Home Kinderarts door de strafrechter beboet

Kinderarts door de strafrechter beboet

De Rechtbank Limburg heeft afgelopen week een kinderarts schuldig bevonden aan dood door schuld doordat zij nalatig is geweest bij de behandeling van een jong kind. De kinderarts werd veroordeeld tot een geldboete van € 2.500,=. Dat is lager dan hetgeen de Officier van Justitie had geëist, namelijk een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en een geldboete van € 5.000,=.

De feiten

De zaak ging om het volgende. In 2013 werd een kind van 10 jaar opgenomen via de spoedeisende hulp met ernstige hoofdpijnklachten met braken. De betrokken kinderarts stelde de diagnose ‘basilaire migraine’.

De dag na de opname verergerde de hoofdpijnaanvallen van het kind, gepaard met dubbelzien, motorische onrust, braken, trekken aan haren, trillen met armen of been en verwardheid. Desondanks zag de kinderarts geen aanleiding om nader onderzoek te doen.

Rond middernacht stopte het kind met ademen. Een reanimatie en een daarop volgende operatie mochten niet meer baten. Inmiddels had het kind hersenschade opgelopen als gevolg van inklemming van zijn hersenen, veroorzaakt door een toename van de druk in zijn hersenen als gevolg van een hersenbloeding. De hersenschade was zo groot, dat verdere behandeling geen zin had en in overleg met de ouders de kunstmatige beademing is stopgezet, waarna het kind overleed.

Calamiteitenrapport en oordeel deskundige

Daarna liet het ziekenhuis een calamiteitenrapport opstellen. De conclusie daarvan was dat er bij de kinderarts een kokervisie leek te zijn opgetreden met blijven hangen in de diagnose basilaire migraine, ondanks klinische achteruitgang en ondanks teleurstellende effectiviteit van de ingezette behandeling. Een eerder gemaakte CT-scan van de hersenen had de diagnose van een hersenbloeding met dreigende inklemming opgeleverd en zou hebben geleid tot spoedinterventie. Dat zou het leven van het kind kunnen hebben gered.

Ook een deskundige concludeerde dat het niet verrichten van nader onderzoek door middel van een CT-scan of MRI als een duidelijke omissie was te beschouwen. Indien eerder op de dag spoedbeeldvorming had plaatsgevonden, dan was aan het einde van de middag of aan het begin van de avond chirurgisch ingegrepen om de verhoogde druk van de hersenen te verminderen en dan had het overlijden van het kind naar alle waarschijnlijkheid voorkomen kunnen worden.

Het verweer

De kinderarts meende zorgvuldig, zoals van een goed medicus mocht worden verwacht, te hebben gehandeld. Zij heeft gedacht aan basilaire migraine, terwijl beredeneerd en zorgvuldig besloten is een dag later een MRI te laten maken in plaats van een spoed CT-scan. Zij hoefde geen rekening te houden met een hersenbloeding, omdat dat bij kinderen zeer zeldzaam is als er geen kenbaar voorafgaand trauma is vastgesteld. Het handelen van de kinderarts levert in ieder geval geen grove of aanmerkelijke schuld op, aldus de verdediging.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank ging niet mee in het verweer van de kinderarts en concludeerde op grond van het calamiteitenrapport en het oordeel van de deskundige dat zij strafrechtelijk verwijtbaar nalatig had gehandeld. De hevige pijnen in het hoofd, het lange tijdsverloop en de steeds waarschijnlijker wordende diagnose van een ruimte innemend proces in de hersenen hadden bij de kinderarts moeten leiden tot het besluit om na te gaan welk proces zich in de schedel van het kind afspeelde. Die gevolgen zijn voor een ervaren arts zoals de kinderarts voorzienbaar en zo ernstig dat voor de zekerheid had moeten worden uitgesloten dat zo’n proces plaatsvindt in de hersenen, bijvoorbeeld door een CT-scan, aldus de rechtbank. Ook het causaal verband van de fout met de dood van het kind was volgens de rechtbank aan de kinderarts toe te rekenen.

De rechtbank achtte een al dan niet voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf echter niet passend; zij was niet bang dat de kinderarts deze fout weer zou maken. Daarnaast werden de persoonlijke gevolgen die het verwijt al voor haar hebben gehad en het door haar ervaren zelfverwijt meegewogen.

De zaak toont aan dat artsen niet alleen met civielrechtelijke of tuchtrechtelijke afdoening van een fout rekening moeten houden. Gemaakte (ernstige) fouten kunnen voor hen ook strafrechtelijke consequenties hebben.

U treft de uitspraak hier aan.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven