Home Overlijden minderjarige zorgvuldiger beschouwd

Ernst de Jong

Overig
/

Overlijden minderjarige zorgvuldiger beschouwd

Op 1 oktober 2012 is een wijziging van de Wet op de Lijkbezorging in werking getreden. Ten gevolge daarvan geldt in het geval een minderjarige overlijdt een andere procedure dan bij meerderjarigen het geval is.

Indien iemand overlijdt dient de overledene te worden geschouwd en dient  zo mogelijk een verklaring van overlijden te worden afgegeven. Zo'n verklaring wordt meest een verklaring van natuurlijk overlijden genoemd.

 

Het schouwen dient plaats te vinden door de behandelend arts of door de gemeentelijk lijkschouwer. Een verklaring van overlijden mag worden afgegeven indien degene die de schouw verricht ervan overtuigd is dat de dood is ingetreden ten gevolge van een natuurlijke oorzaak.

 

Vanaf 1 oktober jl. dient een behandelend arts die een verklaring van overlijden wenst af te geven omtrent het overlijden van een minderjarige, altijd eerst overleg te voeren met een gemeentelijk lijkschouwer. Bij meerderjarige overledenen hoeft dat niet, daar hoeft de gemeentelijk lijkschouwer niet in beeld te komen. Dat is alleen het geval als de behandelend arts geen verklaring van overlijden afgeeft omdat de genoemde overtuiging ontbreekt.
 

Voor het geval de behandelend arts bij een minderjarige overledene geen verklaring kan afgeven, omdat de overtuiging dat er sprake is van natuurlijk overlijden ontbreekt, dient onverwijld de gemeentelijk lijkschouwer ingeschakeld te worden. Deze moet vervolgens bezien of hij wel een verklaring van overlijden kan afgeven. Dat mag sowieso niet als het vermoeden bestaat dat het overlijden een gevolg is van een strafbaar feit. In het andere

geval kan de gemeentelijk lijkschouwer nader onderzoek (laten) verrichten naar doodsoorzaak. Dit wordt de NODO-procedure genoemd (nader onderzoek doodsoorzaak). Daartoe kan de overledene worden verplaatst naar een daartoe opgericht centrum, waarvan er twee zijn (in Amsterdam en Utrecht). In zo'n geval zijn de behandelend arts en andere hulpverleners verplicht aan de gemeentelijk lijkschouwer die het nadere onderzoek leidt, alle door hem gewenste informatie betreffende de overledene te verstrekken, ook als het gaat om een kopie van het dossier.  Eerder was dat niet geregeld en gold in beginsel het beroepsgeheim.

 

De gedachte achter deze wetswijziging is dat er mogelijk in het verleden situaties zijn geweest dat het overlijden van een kind het gevolg is geweest van een niet-natuurlijk overlijden, maar dat dat niet ontdekt is.
 

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven