Home De verzekeraar als Big Brother?

De verzekeraar als Big Brother?

Hoe gaat de rechter om met de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek?

De bedrijfsleider van een café glijdt tijdens zijn werkzaamheden uit op de keldertrap. Hierdoor ontstaat letsel. Twee vingerkootjes moeten worden geamputeerd.

De AVB-verzekeraar van het café schakelt een particulier onderzoeksbureau in om inzicht te krijgen in de beperkingen van de bedrijfsleider na het ongeval. De bedrijfsleider wordt gedurende een half jaar geobserveerd en er worden foto- en video-opnamen van hem gemaakt. De bedrijfsleider start een deelgeschil en neemt het standpunt in dat het persoonlijk onderzoek onrechtmatig is ingesteld.

De kantonrechter overweegt dat het instellen van een persoonlijk onderzoek een inbreuk vormt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene. De ernst van de inbreuk moet daarom worden afgewogen tegen de belangen die met de inbreukmakende handelingen redelijkerwijs kunnen worden gediend. De Gedragscode Persoonlijk Onderzoek van het Verbond van Verzekeraars van 21 december 2011 geeft invulling aan deze belangenafweging. In deze Gedragscode is onder meer bepaald dat een persoonlijk onderzoek slechts kan worden ingesteld indien:

het ingestelde feitenonderzoek geen of onvoldoende uitsluitsel heeft gegeven over het nemen van een beslissing over bijvoorbeeld een schademelding; of
gerede twijfel is ontstaan over de juistheid of volledigheid van het feitenonderzoek waardoor er een vermoeden van fraude is ontstaan.

De beslissing over het onderzoek moet gemotiveerd worden genomen door een leidinggevende van de betrokken dossierbehandelaar. Bovendien wordt het onderzoek getoetst aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Volgens de kantonrechter heeft de verzekeraar de beginselen uit de Gedragscode onvoldoende in acht genomen. De verzekeraar heeft ten onrechte niet eerst de bedrijfsleider zelf of zijn behandelend arts nader over de beperkingen ondervraagd. De verzekeraar heeft ook onvoldoende onderzocht of er andere, minder ingrijpende mogelijkheden van onderzoek waren. Door de onzorgvuldige belangenafweging is er een ongerechtvaardigde inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de bedrijfsleider.

Door te handelen in strijd met de Gedragscode is er door de verzekeraar onrechtmatig gehandeld en is daardoor sprake van onrechtmatig verkregen bewijs. Het gebruik van dit bewijs strookt niet met het doel van de Gedragscode. De Hoge Raad had al eerder bepaald dat het uitsluiten van dergelijk bewijs onder omstandigheden gerechtvaardigd is. De rechter neemt in aanmerking dat het observeren zonder reden een ernstige schending is. De resultaten van het persoonlijk onderzoek dienen daarom in de verdere schaderegeling buiten beschouwing te blijven.

De les die uit deze uitspraak volgt is, dat verzekeraars bij het instellen van een persoonlijk onderzoek zich strikt aan de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek dienen te houden. In strijd met de code verkregen bewijs kan als onrechtmatig worden bestempeld. Het bewijs wordt dan (zoals in dit geval) door de rechter buiten beschouwing gelaten. Better be safe than sorry!

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven