Home Een (te) aimabele coach

Oswald Nunes

Overig
/

Een (te) aimabele coach

Kan een budgetcoach jegens een cliënte aansprakelijk zijn voor grensoverschrijdend gedrag?

Een mannelijke budgetcoach begeleidt een vrouwelijke cliënte op financieel gebied. Tijdens een gesprek wordt de vrouw emotioneel en vindt er fysiek contact met de coach plaats. Hierna volgt nog een SMS-wisseling waarbij de vrouw de samenwerking stopzet en de coach reageert met de mededeling dat wat er is gebeurd ‘niet goed’ was. De vrouw doet strafrechtelijke aangifte, die wordt geseponeerd wegens gebrek aan bewijs van ontuchtige handelingen. De vrouw vordert vervolgens bij de kantonrechter vergoeding van smartengeld.

De kantonrechter wijst de vordering af. Het hof komt in hoger beroep tot een ander oordeel. Gelet op de uiteenlopende verklaringen kan niet worden vastgesteld wat zich precies tussen partijen heeft voorgedaan. Uit de SMS-berichten en de verklaringen van direct en indirect betrokkenen kan echter wel worden opgemaakt dat fysiek contact heeft plaatsgevonden dat door de vrouw als diepgaander is ervaren dan als louter troosten en dat door de coach zelf is bestempeld als ‘niet goed’, ‘uit de hand gelopen’ en ‘verdergaand’ dan uit zijn professionele houding als coach gewenst is. Dit handelen wordt door het hof als grensoverschrijdend en maatschappelijk onbetamelijk en daarmee als onrechtmatig bestempeld. Ook als het fysiek contact alleen zou hebben bestaan uit het feit dat de vrouw bij de coach op schoot heeft gezeten, haar hoofd op zijn schouder heeft gelegd en hij zijn hand om haar middel heeft geslagen, heeft de coach de grens overschreden van het zakelijk contact waartoe een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot zich had moeten beperken. Dit geldt te meer, nu het de coach duidelijk was dat de vrouw in een geëmotioneerde toestand verkeerde en het daarmee bij uitstek aan hem was om de grenzen van het contact te bewaken.

De les die uit deze uitspraak volgt is, dat ook wanneer er in een zaak van beweerd grensoverschrijdend gedrag behalve de dader en het slachtoffer geen directe getuigen zijn, uit verklaringen en bijkomende omstandigheden (zoals hier SMS-berichten) toch kan worden vastgesteld of sprake is geweest van grensoverschrijdend gedrag. Deze uitspraak laat zien dat slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag niet altijd in een onmogelijke bewijspositie verkeren als de dader de beschuldigingen ontkent. De procedure levert de vrouw behalve haar gelijk financieel overigens niet veel op: het hof wijst een bedrag aan smartengeld toe van (slechts) € 250,00.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven