Home Het belang van Richtlijnen en Protocollen in Medische Tuchtzaken

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Het belang van Richtlijnen en Protocollen in Medische Tuchtzaken

Hoe vult de medische tuchtrechter het begrip professionele standaard in?

Een patiënte wordt bij een zwangerschap van 24 weken en 3 dagen wegens vaginaal bloedverlies in het ziekenhuis gezien. Vastgesteld wordt dat de placenta in fundo laag doorlopend ligt met velamenteuze navelstrenginsertie en vasa praevia.

De patiënte wordt verwezen naar een ander ziekenhuis waar dezelfde dag een echoscopisch onderzoek wordt verricht. De conclusie luidt: “laag liggende placenta, geen placenta praevia. Mogelijk: velamenteuze navelstrenginsertie/vasa praevia”.

Afgesproken wordt om na vier weken nog eens te onderzoeken of sprake is van vasa praevia.

Al voor de hercontrole wordt patiënte opnieuw in het ziekenhuis gezien, nu in verband met klachten in de onderbuik, polyurieklachten en uitwendige pijn. De – in deze zaak aangeklaagde – gynaecoloog verricht een transvaginale echo (TVE) en concludeert dat sprake is van een urineweginfectie, waarvoor antibiotica wordt voorgeschreven. Een week later wordt de patiënte opnieuw door dezelfde gynaecoloog gezien in verband met persisterende krampende buikpijnklachten zonder bloed- of vruchtwatervlies. De gynaecoloog moest de cervix (baarmoederhals) controleren maar ziet aanleiding om ook direct de mogelijkheid van vasa praevia opnieuw te onderzoeken. Van een vasa praevia bleek geen sprake, waarna de hercontrole-afspraak (die drie dagen later zou plaatsvinden) geannuleerd. Patiënte werd voor verdere controle naar de verloskundige verwezen.

Eén dag voor de geplande inleiding bij 38 weken wordt de patiënte in verband met gebroken vliezen opgenomen. Uiteindelijk werd overgegaan tot een spoed keizersnede. De baby wordt bleek en slap geboren en komt uiteindelijk te overlijden. De ouders klagen bij het Regionaal Tuchtcollege.

Het Medisch Tuchtcollege toetst de klacht aan de Richtlijn ‘Bloedverlies in de tweede helft van de zwangerschap’ van de NVOG. Hiervan uitgaand heeft de gynaecoloog het onderzoek op het juiste moment uitgevoerd en kan het niet anders zijn dat zij een kleurendoppler heeft gebruikt. De diagnose vasa praevia mocht worden verworpen. Dit wordt ook bevestigd door het verloop van de bevalling en de resultaten van de na de bevalling verrichte onderzoeken. Zo was het vruchtwater bij het breken van de vliezen helder en was er op dat moment geen sprake van een gescheurd bloedvat. Voorts blijkt uit het operatieverslag dat noch tijdens de keizersnede noch bij inspectie van de placenta na de geboorte vasa praevia zijn gezien. De klacht wordt als ongegrond afgewezen.

De les die uit deze uitspraak volgt is, dat het van belang is om in medische tuchtzaken relevante richtlijnen en protocollen over te leggen. Aan de hand daarvan kan het tuchtcollege toetsen of de aangeklaagde beroepsbeoefenaar is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Getoetst zal worden of deze heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelen vakgenoot mag worden verwacht. Hierbij is de professionele standaard van belang. De professionele standaard wordt voor een belangrijk deel bepaald door de heersende opvattingen binnen de eigen beroepsgroep. Een goede voorbereiding is dan ook meer dan het halve werk!

De uitspraak treft u hier aan.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven