Home Klager moet klacht wel onderbouwen

Ernst de Jong

Tuchtrecht
/

Klager moet klacht wel onderbouwen

Tegen een psychiater wordt door een patiënt een klacht ingediend bij de tuchtrechter. De klacht houdt in dat de psychiater de patiënt al jaren op diverse wijzen geestelijk en lichamelijk beschadigt en complotten tegen hem smeedt. De psychiater zou zich zelfs aan een poging tot moord jegens hem schuldig hebben gemaakt.

Dat is een forse beschuldiging. De psychiater echter stelt dat zij nooit betrokken is geweest bij de behandeling van klager. Zij distantieert zich van de aantijgingen aan haar adres, die overigens ook niet zijn onderbouwd.

Het Regionaal Tuchtcollege is snel klaar met deze klacht. Het overweegt dat klager zijn klacht niet van een deugdelijke onderbouwing heeft voorzien. Vervolgens heeft hij onvoldoende ingebracht tegen de stelling van verweerster dat er tussen hen beiden geen behandelrelatie heeft bestaan. “Nu ook niet anderszins lijkt dat verweerster op enigerlei wijze bij klagers behandeling betrokken is geweest, luidt de conclusie dat klager niet kan worden ontvangen in zijn klacht jegens verweerster.”  

Ondanks dit oordeel gaat klager in beroep. Omdat in beroep vrijwel altijd een zitting verplicht is, wordt de klacht alsnog op zitting behandeld. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt, dat als het om het vaststellen van mogelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen gaat, het aan klager zelf is om de feiten  aan te dragen. Het Centraal Tuchtcollege meent dat klager noch in eerste aanleg noch in beroep (voldoende) duidelijk heeft aangevoerd wat hij de psychiater verwijt en op welke feiten en gronden zijn klacht berust. Dit betekent dat de klacht onduidelijk en onvoldoende met feiten en omstandigheden onderbouwd is. Het Regionaal Tuchtcollege heeft derhalve op juiste gronden geoordeeld dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht.

Eind goed, al goed voor de psychiater? Dat valt te bezien. Tussen het indienen van de klacht (24 maart 2015) en de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege (13 september 2016) ligt een periode van anderhalf jaar. Dat is wel erg lang voor een klacht die feitelijk nergens op gebaseerd blijkt. Dit is dan ook een typisch voorbeeld van een procedure die alleen maar verliezers kent en waarbij het tuchtrecht wordt gebruikt waar het niet voor bedoeld is. Al veel langer wordt gesproken over mogelijkheden om te voorkomen dat het tuchtrecht verkeerd wordt gebruikt. Vooralsnog echter zijn die mogelijkheden nog niet benut.

Lees hier de desbetreffende uitspraak van het Centraal Tuchtcollege.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven