Home Smetvrees en beroepsgeheim

Smetvrees en beroepsgeheim

De Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg oordeelt dat een verpleegkundige ten onrechte haar beroepsgeheim heeft geschonden door, zonder toestemming van klaagster, medische informatie over klaagster aan haar gynaecoloog te verstrekken.

Klaagster is een zwangere vrouw die onder meer lijdt aan een ernstige vorm van smetvrees (een obsessieve compulsieve stoornis/ODC). Klaagster wordt hiervoor ambulant begeleid door een psychiatrisch verpleegkundige. Op 17 december 2017 wordt de verpleegkundige door de gynaecoloog van klaagster gebeld. Tijdens dat telefoongesprek heeft de verpleegkundige, vanwege de OCD-problematiek en de daarmee samenhangende persoonlijke hygiëne van klaagster, haar zorgen geuit en medische informatie (de door een psychiater vastgestelde diagnoses) gedeeld met de gynaecoloog. Na de bevalling is de baby van klaagster uit huis geplaatst.

Klaagster stelt zich op het standpunt dat de verpleegkundige ten onrechte haar beroepsgeheim heeft geschonden en verlangt hiervoor een schadevergoeding van € 25.000. Om dit te bewerkstelligen is klaagster een procedure gestart bij de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (hierna: de commissie).

De commissie stelt voorop dat de verpleegkundige op 17 december 2015 haar beroepsgeheim heeft geschonden. Volgens de verpleegkundige was echter sprake van een conflict van plichten, wat doorbreking van het beroepsgeheim rechtvaardigde. De verpleegkundige had grote angst dat de baby gevaar zou lopen tijdens de verzorging.

De commissie merkt op dat een zorgverlener alleen een beroep kan doen op doorbreking van het beroepsgeheim wegens een conflict van plichten indien de zorgverlener hierover vooraf contact heeft gezocht met de betrokkene (in dit geval klaagster). Tijdens dat gesprek moet de zorgverlener proberen om de voor de doorbreking van het beroepsgeheim vereiste toestemming van de betrokkene te verkrijgen. De commissie is van oordeel dat de verpleegkundige niet heeft voldaan aan het toestemmingsvereiste.

Volgens de commissie is het in deze zaak zonneklaar dat de verpleegkundige verkeerde in een conflict van plichten, nu klaagster lijdt aan een ernstige vorm van smetvrees waardoor een gevaar voor de baby bestond. Dat de verpleegkundige geen contact met klaagster heeft opgenomen om dit te bespreken, rekent de commissie de verpleegkundige aan. Dat klaagster tijdens het telefoongesprek op het punt stond te bevallen, doet daar volgens de commissie niet aan af. Weliswaar stond klaagster op het punt te bevallen, de bevalling zelf was echter nog niet aangevangen. De commissie verwijt het de verpleegkundige ook dat zij niet heeft geprobeerd om met klaagster over het conflict van plichten in contact te treden.

De commissie komt tot de slotsom dat de verpleegkundige haar beroepsgeheim niet had mogen doorbreken. Het verzoek om schadevergoeding wordt wel afgewezen, nu klaagster het causale verband tussen de schade en het handelen van de verpleegkundige volgens de commissie onvoldoende heeft aangetoond.

Uit dit bindend advies van de commissie volgt, dat (zoals bekend) het beroepsgeheim niet absoluut is en dat de zorgverlener soms, bijvoorbeeld bij een conflict van plichten, het beroepsgeheim mag doorbreken. Daarbij geldt dat de zorgverlener voorafgaand aan doorbreking op grond van conflict van plichten alles in het werk moet hebben gesteld om toestemming tot doorbreking van het geheim te verkrijgen.

De uitspraak treft u hier aan.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven