Home Verbod op gunstbetoon medische hulpmiddelen: eerste uitspraak

KBS

Verbod op gunstbetoon medische hulpmiddelen: eerste uitspraak

Op 26 april 2018 heeft de Rechtbank Den Haag als eerste uitspraak gedaan over het wettelijke verbod op gunstbetoon bij medische hulpmiddelen dat sinds 1 januari 2018 van kracht is. In deze zaak oordeelde de rechter dat het verbod is overtreden door de koppeling van kosteloze wetenschappelijke samenwerking aan de aanbesteding.

Verbod op gunstbetoon

De wettelijke definitie van gunstbetoon bij medische hulpmiddelen luidt als volgt:

het aanvaarden, of het doen van een aanbod daartoe, door een natuurlijke persoon die betrokken is bij de toepassing van een medisch hulpmiddel of door een instelling of zorgverzekeraar, van geld of op geld waardeerbare diensten of goederen die door een leverancier in het vooruitzicht worden gesteld, worden aangeboden of worden toegekend, met het kennelijke doel de verkoop van een medisch hulpmiddel te bevorderen’.

De regels voor gunstbetoon zijn wederkerig: wat voor de leverancier verboden is aan te bieden, is voor de zorgprofessional verboden te accepteren.

Met het verbod wordt beoogd dat de beslissing een medisch hulpmiddel toe te passen enkel wordt gebaseerd op gezondheidsbelangen en niet op onwenselijke wijze wordt beïnvloed door verkoopbevorderende activiteiten.

Lees meer over het verbod in mijn eerdere bijdrage.

Wat speelde?

Verschillende ziekenhuizen hadden een (gezamenlijke) Europese openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd voor de inkoop van ICD’s (Implanteerbare Cardioverter Defibrillatoren), Pacemakers, Leads & remote monitoring. Om te voldoen aan de betreffende wensen, werd van de inschrijvers verwacht dat zij – in de vorm van een Plan van Aanpak – een voorstel deden met betrekking tot hun kosteloze wetenschappelijke samenwerking met één of meer ziekenhuizen.

Oordeel

De rechter oordeelt dat de beoogde wetenschappelijke samenwerking – onder andere met het oog op de innovatie van de betreffende producten – toelaatbaar en zelfs noodzakelijk is. De koppeling van de samenwerking aan de aanbesteding – in die zin dat het Plan van Aanpak wordt meegewogen bij de kwalitatieve beoordeling van een inschrijving in de minicompetitie en kan leiden tot een hogere score en daarmee mogelijk tot gunning van de opdracht – acht de voorzieningenrechter echter niet toelaatbaar. Het aanbod tot kosteloze samenwerking kan als gevolg daarvan immers invloed hebben op de beslissing van een ziekenhuis betreffende de inkoop van bepaalde producten. Aldus is sprake van een ontoelaatbaar gunstbetoon/verboden interactie. Dat door voldoening aan de wensen (naar de mening van de Ziekenhuizen) slechts weinig punten kunnen worden gescoord doet daaraan niet af. Die punten kunnen – hoe weinig ook – doorslaggevend zijn bij de gunningsbeslissing. Tot slot valt niet in te zien dat de gang van zaken moet worden aangemerkt als een toegestane vorm van sponsoring.

Kosteloze wetenschappelijke samenwerking: geen geoorloofde uitzondering

Op het verbod op gunstbetoon is een aantal uitzonderingen geformuleerd. Een daarvan is het vragen of aanbieden van kortingen en bonussen die betrekking hebben op de inkoop van medische hulpmiddelen. Het aanbod tot kosteloze wetenschappelijke samenwerking valt volgens deze uitspraak dus niet in deze categorie.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven