Home Geen overnameplicht voor Medisch Specialistisch Bedrijf bij vertrek medisch specialist

KBS

Geen overnameplicht voor Medisch Specialistisch Bedrijf bij vertrek medisch specialist

Een coöperatie medisch specialistisch bedrijf (MSB) is niet gehouden om ‘de opdracht’ van een uittredend medisch specialist over te nemen. Dat is het oordeel van de Rechtbank Limburg van 5 augustus 2020 (publicatiedatum: 13 augustus 2020). Volgens de rechtbank biedt de ledenovereenkomst geen aanknopingspunten voor een verplichting tot overname. Om die reden is ook geen uittreedvergoeding verschuldigd.

De medisch specialist in kwestie had de ledenovereenkomst opgezegd en meende dat het MSB op grond van de ledenovereenkomst een uitgroeivergoeding verschuldigd was. Daarbij beriep de medisch specialist zich specifiek op art. 6 van de ledenovereenkomst, welk artikel als volgt luidt:

‘Het Lid heeft in geval van beëindiging van de Ledenovereenkomst het recht om de in de Ledenovereenkomst belichaamde Opdracht over te dragen aan een ander Lid, dan wel het MSB , zulks op de voorwaarden en tegen de vergoeding als omschreven in het Reglement Overdracht en Waardebepaling.’

De rechtbank gaat mee in het verweer van het MSB dat voor de vordering van de medisch specialist geen juridische grondslag bestaat. Volgens de rechtbank zijn in art. 6 geen tekstuele aanknopingspunten te vinden voor de beweerde overnameplicht. Het in art. 6 geformuleerde recht van een uittredend lid om de opdracht “over te dragen aan een ander Lid, dan wel het MSB ” geeft weer dat geen sprake is van een vrij over te dragen recht, maar dat de kring van partijen aan wie de opdracht kan worden overgedragen beperkt is tot andere leden en MSB. Dit recht van een uittredend lid houdt niet in dat die opdracht door het MSB automatisch wordt of moet worden aanvaard, wanneer de ledenovereenkomst wordt beëindigd. Naar het oordeel van de rechtbank duidt het gebruik van de woorden “over te dragen” erop dat daarvoor een separate aanvaardingshandeling van het MSB vereist is, die in dit geval ontbreekt.

De rechtbank ziet in de ledenovereenkomst en ook niet in het daaraan verbonden Reglement, geen andere objectief vast te stellen factoren, die pleiten voor de door de medisch specialist gestelde overnameplicht van het MSB.

De medisch specialist heeft verder nog aangevoerd dat de ratio van artikel 6 van ledenovereenkomst op een overnameplicht zou duiden, maar hij heeft daarbij nagelaten, die stelling van een voldoende concrete onderbouwing te voorzien.

De slotsom van de rechtbank is dan ook dat art. 6 van de ledenovereenkomst geen overnameplicht voor MSB inhoudt. MSB is om die reden ook geen uitgroeivergoeding aan de medisch specialist verschuldigd.

Het (casuïstische) oordeel van de rechtbank is op zich begrijpelijk. De letterlijke tekst van art. 6 -waarvan de rechtbank primair uitgaat vanwege het standaardkarakter van de ledenovereenkomst- heeft uitsluitend betrekking op het recht om over te dragen, zonder dat daar een verplichting van het MSB tegenover staat. Hoewel partijen dan nog een andere bedoeling bij de ledenovereenkomst kunnen hebben gehad (hetgeen door de medisch specialist zou dienen te worden aangetoond), is daarvan echter niet gebleken. De vraag is wel of in deze procedure alle van belang zijnde feiten en omstandigheden zijn aangevoerd, teneinde alle relevante aspecten rondom een overnameverplichting en uittreedvergoeding in de verhouding MSB/medisch specialist op hun merites te kunnen beoordelen. Dit zal een eventuele hoger beroepprocedure kunnen uitwijzen.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven