Aan welke vereisten moet een deskundigenrapport voldoen?
Hoe beoordeelt de medische tuchtrechter een deskundigenrapport?
Een patiënt stelt dat verschillende artsen tijdens het behandeltraject een verkeerde diagnose hebben gesteld, dat de operatie door een onervaren arts-assistent is uitgevoerd en dat er een verwijtbare complicatie is ontstaan. De patiënt stelt de behandelend artsen aansprakelijk voor zijn schade.
Een voormalig chirurg wordt door de medisch adviseur van de verzekeraar van de artsen en de medisch adviseur van de belangenbehartiger van de patiënt gevraagd onafhankelijk te rapporteren.
De chirurg brengt eerst een concept-rapport uit en vervolgens een definitief rapport dat 26 pagina’s telt.
De patiënt dient een klacht tegen de chirurg in en maakt het verwijt dat deze niet als een onafhankelijke deskundige te werk is gegaan.
Het Centraal Tuchtcollege geeft de criteria weer waaraan een deskundigenrapport dient te voldoen:
1. Het rapport vermeldt de feiten, omstandigheden en bevindingen waarop het berust;
2. Het rapport geeft blijk van een geschikte methode van onderzoek om de voorgelegde vraagstelling te beantwoorden;
3. Het rapport wordt op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen;
4. Het rapport vermeldt de bronnen waarop het berust, daaronder begrepen de gebruikte literatuur en de geconsulteerde personen;
5. De rapporteur blijft binnen de grenzen van zijn deskundigheid;
Het tuchtcollege toetst daarbij ten volle of het onderzoek door de arts uit het oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid de tuchtrechtelijke toets der kritiek kan doorstaan. Ten aanzien van de conclusie van de rapportage is de toets marginaal, dat wil zeggen of de deskundige in redelijkheid tot zijn conclusie heeft kunnen komen.
Het Centraal Tuchtcollege stelt vast dat de chirurg ten tijde van het uitbrengen van zijn rapport tot voor kort als chirurg praktisch werkzaam was geweest. De chirurg was op het onderwerp van de expertise gepromoveerd en had zich daar in zijn loopbaan verder in gespecialiseerd. De chirurg bezat dan ook de deskundigheid met betrekking tot het onderwerp van het door hem uitgebrachte rapport. Er zijn verder geen aanwijzingen dat de chirurg met betrekking tot zijn rapportage niet onafhankelijk was.
Uit het rapport komt naar voren dat de feiten, omstandigheden en bevindingen waarop het berust breed uiteen zijn gezet. Verder heeft de chirurg de patiënt onderzocht, het beeldvormend materiaal bekeken, waar mogelijk met de betrokken artsen gesproken en gedetailleerd, nauwgezet en goed onderbouwd alle gestelde vragen beantwoord. Het College is dan ook van oordeel dat de chirurg het rapport op zorgvuldige wijze heeft opgesteld.
De conclusie van de chirurg dat er geen verkeerde diagnose is gesteld, dat de operaties adequaat zijn uitgevoerd, dat de arts-assistent niet te onervaren was en dat er sprake is van een complicatie kan de tuchtrechtelijke toets doorstaan.
De klacht wordt op alle onderdelen als ongegrond afgewezen.
De les die uit deze uitspraak volgt is, dat medisch adviseurs die op verzoek van de rechter of op verzoek van betrokkenen expertises verrichten er rekening mee dienen te houden dat hun rapportages door de tuchtrechter kunnen worden getoetst aan de hand van de hiervoor genoemde criteria. Alhoewel er sprake lijkt te zijn van een marginale toetsing, wordt een deskundigenrapport door de tuchtrechter in de praktijk grondig beoordeeld.