Alles went, zelfs een co-assistent
Is een arts verantwoordelijk voor het handelen van een co-assistent?
De moeder van een baby van 10 weken maakt een afspraak bij de huisarts in verband met een tekenbeet. De teek was inmiddels door de moeder verwijderd. Het consult wordt gedaan door een co-assistente. Na anamnese en onderzoek bespreekt de co-assistente het beleid met de huisarts. Daarbij wordt besloten profylactisch antibiotica (azitromycine) voor te schrijven. De apotheker weigert echter de voorgeschreven medicatie af te leveren, omdat azitromycine niet geregistreerd is voor kinderen jonger dan zes maanden. De huisarts schrijft daarop in overleg met de co-assistente amoxicilline voor. De apotheker besluit in overleg met een collega van de huisarts ook de amoxicilline niet aan het patiëntje te geven.
De moeder van het patiëntje dient een klacht in tegen de huisarts. Deze bestaat uit twee onderdelen: (a) de huisarts heeft onzorgvuldig gehandeld door twee keer verkeerde medicatie voor te schrijven aan een baby van 10 weken en (b) de huisarts heeft niet afdoende gecontroleerd of de co-assistente de juiste adviezen heeft gegeven en adequate medicatie heeft voorgeschreven.
Het tuchtcollege komt tot het volgende oordeel: de huisarts heeft terecht aangevoerd dat ter profilaxe van de ziekte van Lyme bij kinderen jonger dan 8 jaar azitromycine de eerste keuze is. Uit de toepasselijke richtlijnen (NHG-standaard, Farmacotherapeutisch Kompas en Kinderformularium) volgt niet dat dit middel niet mag worden voorgeschreven bij een kind van 10 weken. Dat de apotheker een andere mening was toegedaan maakt dit niet anders. Het voorschrijven van amoxicilline was met name ingegeven door de bezorgdheid van de moeder. Het tuchtcollege kan die keuze billijken.
Dat de huisarts het handelen van de co-assistente niet afdoende zou hebben gecontroleerd is niet gebleken. Er was geen aanleiding voor de huisarts om, na het onderzoek van de co-assistente, het patiëntje zelf te zien. De moeder had daar ook niet om gevraagd. Het voorschrijven van beide geneesmiddelen door de co-assistente heeft telkens in overleg met de huisarts plaatsgevonden. Beide klachtonderdelen worden als ongegrond afgewezen.
Uit deze uitspraak volgt, dat artsen tuchtrechtelijk kunnen worden aangesproken voor het handelen of nalaten van een co-assistent. Als de co-assistent echter goed is geïnstrueerd, de bevindingen na ieder consult adequaat naar de arts terugkoppelt en het op basis daarvan ingezette beleid voldoet aan de eisen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, kan de arts zich voor het gevoerde beleid met succes zich bij de tuchtrechter verantwoorden. Wijsheid door ervaring wordt aldus een kostbare wijsheid.