Home Attentie: niet dollen met de patiënt s.v.p.!

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Attentie: niet dollen met de patiënt s.v.p.!

De klager in deze procedure is naast gevangenisstraf ook TBS met dwangverpleging opgelegd en verblijft in een forensisch-psychiatrische inrichting. In de inrichting werkt een verpleegkundige die de mentor van de klager is. Na afloop van een lunch neemt de klager plaats achter een computer. Hij heeft geen corvee-taken. De verpleegkundige gaat de tafels schoonmaken met een schoonmaakmiddel uit een sprayfles en spuit daarbij de klager in de nek.

De klager pikt dit niet en beklaagt zich allereerst bij de Geneesheer-Directeur en bij de Commissie van Toezicht. De klager stapt daarna ook naar het Regionaal Tuchtcollege (RTG).

De verpleegkundige deelt achteraf de mening van de klager en vindt dat hij de actie beter achterwege had kunnen laten. Het gebeurde impulsief, in een balorige sfeer. De verpleegkundige wilde de klager er met haar actie op wijzen dat hij ook kon meehelpen.

Het RTG kan zich voorstellen dat tussen patiënten en verpleegkundigen die dagelijks (gedwongen) intensief met elkaar te maken hebben een amicale sfeer kan ontstaan waarbij de professional de normen korte tijd uit het oog kan verliezen. Dit begrip kan echter niet leiden tot het oordeel dat wat de verpleegkundige deed, geoorloofd was. Dit was het niet: wat de verpleegkundige deed, past niet bij de professionele distantie die hij diende te bewaren. De klacht is in zoverre gegrond, waarbij overigens niet is gezegd dat het handelen als mishandeling of als inbreuk op de lichamelijke integriteit van de klager moet worden gekwalificeerd. De klacht wordt door het RTG wel gegrond verklaard, maar de verpleegkundige wordt geen maatregel opgelegd.

Deze uitspraak laat zien dat (te) amicale verhoudingen tussen zorgverleners en patiënten of cliënten tot tuchtrechtelijke problemen kan leiden. Het motto in alle gevallen is: maximale betrokkenheid met behoud van professionele distantie. De vraag die overigens rijst is, of dit wel een zwaar genoeg vergrijp betreft die de tuchtrechter zou moeten beoordelen. Had de klager niet kunnen volstaan met een klacht bij de Geneesheer- Directeur en de Commissie van Toezicht? Nu is er een volwaardige procedure bij het RTG gevolgd, inclusief een behandeling op een (openbare) terechtzitting. In totaal zijn er tenminste 9 personen bij de behandeling betrokken geweest (5 leden van het RTG, de secretaris van het RTG, de klager, de verpleegkundige en de gemachtigde van de verpleegkundige). Had het RTG de klacht niet in kleine samenstelling kunnen behandelen? De wet BIG biedt met artikel 55 lid 2 daartoe de mogelijkheid. Een behandeling in kleine samenstelling was gelet op de aard van de klacht niet alleen minder confronterend geweest voor zowel klager als beklaagde, maar ook efficiënt en kostenbesparend.

Hier krijgt de verpleegkundige geen maatregel opgelegd. Met de per 1 januari 2020 gewijzigde wet BIG is dit mogelijk. In artikel 69 lid 4 is bepaald dat een maatregel niet wordt opgelegd als dat raadzaam wordt geacht in verband met de geringe ernst van het handelen of nalaten, de omstandigheden waaronder het handelen of nalaten hebben plaatsgevonden, danwel de omstandigheden die zich nadien hebben voorgedaan. Door geen maatregel op te leggen laat het RTG (impliciet) doorschemeren dat het handelen van de verpleegkundige niet van al te ernstige aard is en dat de klager wellicht had kunnen volstaan met zich beklagen bij de Geneesheer-Directeur en de Commissie van Toezicht. Alhoewel humor een leuke manier is van ernstig zijn, en iedereen wel eens een balorig moment heeft, wordt dit door het RTG niet door de vingers gezien.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven