Calamiteit of complicatie?
Een chirurg verwijdert bij een patiƫnte via een kijkoperatie de galblaas. Tijdens de operatie treedt een hartstilstand (asystolie) op waarna hartmassage wordt toegepast.
Het RTC – het tuchtcollege in eerste aanleg – kwam tot het oordeel dat de opgetreden asystolie als calamiteit beschouwd diende te worden. Dit is een relevante kwalificatie, nu volgens de tot 1 januari 2016 geldende Kwaliteitswet zorginstellingen een calamiteit door de zorgaanbieder bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg gemeld diende te worden. Volgens de op 1 januari 2016 in werking getreden Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) – die de Kwaliteitswet zorginstellingen vervangt – dient de zorgaanbieder onverwijld melding te doen bij de Inspectie van iedere calamiteit die bij de zorgverlening heeft plaatsgevonden. In hoger beroep komt het Centraal Tuchtcollege echter tot het oordeel dat de opgetreden asystolie niet is aan te merken als een calamiteit. Hierbij zoekt het Centraal Tuchtcollege aansluiting bij de definitie van de Inspectie: “Iedere niet beoogde of onverwachte gebeurtenis bij een medische, verpleegkundige of verzorgende (be-)handeling of bij toepassing van medische hulpmiddelen, apparatuur of geneesmiddelen gedurende transport, diagnostiek, behandeling, verpleging of verzorging van de patiënt, die tot de dood of een ernstig schadelijk gevolg voor de patiënt heeft geleid”. Volgens het Centraal Tuchtcollege zijn de door de patiënte na de operatie ervaren pijn op haar borst en het later geconstateerde, mogelijk door de hartmassage veroorzaakte losliggen van een stukje sternum – hoe vervelend ook voor de patiënte – niet als ernstig schadelijk gevolg voor de patiënte in de zin van de definitie te karakteriseren. Dit betekent dat deze gebeurtenis – die door het Centraal Tuchtcollege wel wordt gekwalificeerd als een bijzonder incident/complicatie – noch volgens de Kwaliteitswet zorginstellingen noch volgens de Wkkgz bij de Inspectie gemeld behoefde te worden. De chirurg in deze zaak kwam echter niet zonder kleerscheuren weg met de zaak. Het Centraal Tuchtcollege vond de nazorg die de chirurg had verleend onvoldoende. Zo had er geen nabespreking plaatsgevonden met de betrokken zorgverleners, was de verslaglegging van de complicatie niet goed en was de chirurg niet snel genoeg na de operatie langs de patiënte gegaan om uitleg te geven. De door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde berisping werd door het Centraal Tuchtcollege overigens wel teruggebracht tot een waarschuwing. Deze zaak laat zien dat het van belang is om goed te differentiëren tussen een calamiteit en een complicatie gelet op de daaraan volgens de thans geldende Wkkgz verbonden (rechts-)gevolgen.
Klik hier voor de uitspraak.