Home Complottheorieën rond Corona-vaccinaties

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Complottheorieën rond Corona-vaccinaties

Een hoogbejaarde, vitale patiënte meldt zich bij de huisarts. De huisarts denkt aan een longontsteking en schrijft antibiotica voor. Vanwege aanhoudende klachten doet de huisarts bloedonderzoek. De D-dimeerwaarde, de bezinking en de ontstekingswaarden zijn verhoogd. De huisarts laat aan de patiënte weten dat de uitslag past bij een status na Pfizer-inspuitingen en dat de uitslag geen therapeutische consequenties heeft. De huisarts spreekt een expectatief beleid af. Tijdens een later telefonische contact met een dochter van de patiënte wijst de huisarts een verzoek om vervolgonderzoek in te zetten als niet noodzakelijk af. Hierbij merkt de huisarts op dat een MRI- of CT-scan risico’s hebben omdat mensen ‘magnetisch’ kunnen worden na een vaccinatie met het Pfizer-vaccin. Korte tijd later meldt de patiënte zich op de Eerste Hart Long Hulp van een ziekenhuis. Na het CT-onderzoek worden longembolieën vastgesteld en volgt behandeling.

De patiënte stapt naar het Regionaal Tuchtcollege (RTG). De klacht houdt in dat de huisarts op grond van persoonlijke, niet-wetenschappelijk gegronde opvattingen heeft geweigerd haar door te verwijzen voor specialistisch onderzoek nadat bij haar alarmerende bloedwaarden waren geconstateerd. De huisarts dient wel een schriftelijk verweer in maar verschijnt niet op zitting bij het RTG.

Het RTG vermeldt dat de huisarts bekend staat als heel kritisch tegenover Corona-vaccinaties. Grote delen van zijn consulten besteedt hij, ongeacht welke klachten aanleiding zijn tot het consult, aan discussies over Corona en met name over de risico’s van vaccinatie. De huisarts heeft niet volgens de NHG-standaard ‘Diepe veneuze trombose en longembolie’ gehandeld door, gelet op de aanzienlijk verhoogde D-dimeerwaarde, de patiënte direct te verwijzen naar de internist of longarts voor nadere diagnostiek. Gebleken is dat de huisarts niet de klachten van zijn patiënten centraal stelt, maar zijn eigen opvattingen over COVID-19 en de volgens hem schadelijke gevolgen van het Pfizer-vaccin. De huisarts heeft de patiënte diagnostiek ontzegd op een moment waarop zij in levensgevaar verkeerde en dringend specialistische zorg nodig had. In plaats van meteen diagnostiek volgens de medische wetenschappelijke standaard in te zetten, heeft hij de patiënte laten weten dat nadere diagnostiek niet nodig en ook niet mogelijk was omdat op grond van onderzoek met munten zij ‘magnetisch’ zou kunnen worden door het Pfizer-vaccin. Deze tunnelvisie acht het College zorgelijk. In de stukken heeft de huisarts geen blijk gegeven zijn fout te erkennen. De huisarts is ook niet op de zitting verschenen. De huisarts wordt door het RTG berispt.

Deze uitspraak laat zien, dat het niet verstandig is om als beklaagde partij niet bij het RTG op zitting te verschijnen om vragen te beantwoorden en een standpunt toe te lichten. Verantwoording afleggen en zelfreflectie worden door het tuchtcollege als een zeer belangrijk onderdeel van de kwaliteitsbewaking van de zorg gezien. Die kans heeft de huisarts hier laten liggen. Verder wordt het de huisarts door het RTG ernstig kwalijk genomen dat hij zijn persoonlijke opvattingen over het Pfizer-vaccin heeft laten prevaleren boven diagnostiek en behandeling volgens de professionele standaard. Niets is gevaarlijker dan een idee, als je er maar één hebt.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven