Home De AIOS en de supervisor samen bij de tuchtrechter: een goede combinatie?

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

De AIOS en de supervisor samen bij de tuchtrechter: een goede combinatie?

Hoe beoordeelt de tuchtrechter klachten tegen een arts in opleiding en diens supervisor?

Een arts in het derde jaar van zijn opleiding tot neuroloog (de AIOS) werkt onder supervisie van een neurochirurg, die chef de clinique is. Een patiënt bij wie een drain in de hersenen is geplaatst, wordt diverse keren met klachten op de SEH gezien. De ouders maken zich grote zorgen; de patiënt wordt ter observatie opgenomen. De AIOS koppelt zijn bevindingen steeds terug naar de dienstdoende supervisor, die het beleid accordeert. Omdat de klachten ongewijzigd blijven wordt gedacht aan overdrainage en wordt het afwachtende beleid door de supervisor gecontinueerd. Kort daarna verslechtert de situatie van de patiënt. Bij een spoedoperatie wordt een disconnectie van de drain geconstateerd. Er blijkt sprake van onderdrainage. De patiënt komt na de operatie niet meer bij bewustzijn. In overleg wordt besloten de behandeling te staken, waarna de patiënt overlijdt.

De ouders van de patiënt dienen een klacht in tegen zowel de AIOS als de superviserend neurochirurg.

Ten aanzien van de AIOS overweegt het RTG, dat deze zijn onderzoek van de patiënt samen met de supervisor heeft verricht. De diagnose overdrainage en het daarop gebaseerde beleid zijn ook bepaald in overleg met de supervisor. De onderzoeken die een neuroloog (in opleiding) behoort uit te voeren, zijn verricht en lieten geen bijzonderheden zien. Er waren op dat moment geen alarmsymptomen. Vanuit neurologisch oogpunt heeft de AIOS zorgvuldig gehandeld door mee te werken aan een opname ter observatie. De AIOS kan tuchtrechtelijk niet worden verweten dat hij op dat moment geen nader onderzoek heeft laten verrichten. Van een neuroloog (in opleiding) kan slechts een (zeer) beperkte neurochirurgische differentiaal diagnose worden verwacht. Die verantwoordelijkheid lag bij de superviserend neurochirurg. De klacht tegen de AIOS wordt ongegrond verklaard.

De supervisor heeft het zwaarder. Het RTG is van mening dat zij is afgegaan op het advies van haar collega’s en op haar klinische observatie van de patiënt. Gelet op de klachten had de supervisor zich ten minste af moeten vragen of de eerder gestelde diagnose overdrainage nog wel klopte. Mede gelet op het feit dat patiënt ter observatie was opgenomen en de ouders ongerust waren, was er voldoende aanleiding om nader onderzoek te doen. Ook al was er geen sprake van acute alarmsignalen. Het door haar teamleden ingezette beleid ontsloeg de supervisor niet van haar eigen verantwoordelijkheid om dat beleid te toetsen en waar nodig aan te passen. Met name nu ook het ziekenhuis geen structuur kende van een hoofdbehandelaar met eindverantwoordelijkheid voor een patiënt en het behandelbeleid. Door geen nader onderzoek te verrichten heeft de supervisor tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
Er zijn echter verzachte omstandigheden. De klacht is bijna 10 jaar na dato ingediend, de supervisor had als chef de clinique geen staffunctie en was pas kort neurochirurg. Door de afwezigheid van een hoofdbehandelaar en omdat geen van de meer ervaren neurochirurgen bij afwezigheid van de operateur verantwoordelijkheid voor de patiënt nam, kwam deze min of meer toevallig bij de supervisor terecht. De supervisor krijgt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

Deze uitspraken borduren voort op het uitgangspunt, dat bij aanvang van de opleiding van een AIOS een aanzienlijk deel van de tuchtrechtelijk verantwoordelijkheid voor het handelen van de AIOS op de schouders van de supervisor drukt. Naar mate er gaande de opleiding meer aan de AIOS kan worden toevertrouwd wordt de tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid gedeeld tussen de supervisor en AIOS. Aan het eind van de opleiding komt de verantwoordelijkheid vrijwel geheel op de schouders van de AIOS te rusten. Hier speelt bovendien dat de AIOS in opleiding was tot neuroloog en de problematiek op het terrein van de neurochirurgie lag. Dit had de supervisor tot meer actie moeten aanzetten. Het achterwege blijven daarvan leidt zelfs tot volledige tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van (alleen) de supervisor. Noblesse oblige

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven