De boodschap en de perceptie
Hoe beoordeelt de tuchtrechter een behandeling die door een patiënte als grensoverschrijdend wordt ervaren?
Een studente komt bij een manueel therapeut onder behandeling vanwege pijn aan de voet, nek/schouder, rug en hand. Op nadrukkelijk verzoek van de verwijzend fysiotherapeut gaat de manueel therapeut op zoek naar de oorzaak van de aanhoudende pijn. Na de vierde behandeling bij de manueel therapeut doet de patiënte nog diezelfde avond aangifte bij de zedenpolitie. De patiënte stapt ook naar de tuchtrechter. Zij voert aan dat de manueel therapeut met zijn hand het gebied net boven haar ondergoed heeft gemasseerd waarna hij zijn hand in haar ondergoed deed en haar vagina heeft aangeraakt. Ook zou de manueel therapeut toen de patiënte opstond en een handdoek om zich heen sloeg, de handdoek hebben weggetrokken. De patiënte verschijnt niet op de zitting bij het tuchtcollege; de manueel therapeut wel.
Het tuchtcollege overweegt dat de uitgevoerde behandeling – het palperen van de buik – geen standaard onderzoek is voor een fysiotherapeut. Bij deze handeling dient de behandelaar de patiënte met respect en begrip te benaderen. Daarbij dient hij zich bewust te zijn van een bepaalde kwetsbaarheid van het aan te raken gedeelte van het lichaam en de patiënte met empathie te benaderen. Verder dient de behandelaar zich er van te vergewissen dat de patiënte zich daarvan bewust is en instemt in de behandeling. Het is het tuchtcollege voorts opgevallen dat de manueel therapeut zich onvoldoende lijkt te realiseren dat de behandeling een handeling in een kwetsbaar gebied betreft en dat dit door een patiënte als bezwarend kan worden ervaren. Met de behandeling heeft de manueel therapeut weliswaar niet geheel gehandeld zoals van hem had mogen worden verwacht, maar dat handelen is niet zodanig verwijtbaar dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is, aldus het tuchtcollege. Wat betreft het aanraken van de vagina en het wegtrekken van de handdoek staan de lezingen van partijen lijnrecht tegenover elkaar. Ook het medisch dossier biedt daarover geen duidelijkheid. Het tuchtcollege kan dan ook niet vaststellen wat er precies is gebeurd. De klacht wordt op alle onderdelen ongegrond verklaard.
Deze uitspraak laat zien, dat het van wezenlijk belang is dat een aangeklaagde zorgverlener na een ernstige beschuldiging zoals hier van grensoverschrijdend gedrag, een goede en begrijpelijke verklaring van zijn handelen moet kunnen geven zodat de tuchtrechter dat in het juiste perspectief kan plaatsen. In deze zaak komt de manueel therapeut met de schrik vrij omdat het tuchtcollege er kennelijk niet van overtuigd is geraakt dat daadwerkelijk sprake is geweest van grensoverschrijdend gedrag. Hier heeft ongetwijfeld meegespeeld dat de patiënte niet op de zitting van het tuchtcollege is verschenen. De patiënte heeft daardoor geen toelichting op de klacht gegeven en geen vragen van het tuchtcollege kunnen beantwoorden. Dat is een tactisch nadeel dat hier in het voordeel van de manueel therapeut uitpakt. Dit alles heeft er kennelijk toe geleid dat de boodschap van de manueel therapeut hier belangrijker was dan de perceptie van de patiënte.