Home De geneeskundige verklaring in familieverband

Thom Roelen

Tuchtrecht
/

De geneeskundige verklaring in familieverband

De klager in deze zaak  is met zijn kinderen als patiënt bij de beklaagde huisarts ingeschreven. De ex-echtgenote is geen patiënte in deze praktijk; zij is een nichtje van de huisarts. De POH-GGZ, die weer de zus is van de ex-echtgenote van de klager, schrijft zonder medeweten en toestemming van de huisarts een verklaring over de klager en verstrekt die aan de advocaat van de ex-echtgenote. De huisarts heeft hierna de ex-echtgenote, zijn nichtje, op haar verzoek als arts gezien en constateert bij haar onder andere blauwe plekken. Op verzoek van de politie geeft de huisarts een verklaring af over het door hem geconstateerde letsel. De patiënt/klager neemt met dit alles geen genoegen en stapt naar de tuchtrechter.

Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege (CTG) bevestigt dat oordeel in beroep. Het staat vast dat de verklaring van de POH-GGZ zonder toestemming en medeweten van de huisarts is opgesteld en ondertekend. Toen de huisarts bekend werd met deze verklaring heeft hij direct actie ondernomen door de POH-GGZ daar op aan te spreken, voorwaardelijk ontslag aan te zeggen en de advocaat die over deze verklaring beschikte, op de hoogte te brengen dat de verklaring niet van zijn hand was. De verklaring die de huisarts zelf heeft opgesteld wordt door het CTG gekenmerkt als een geneeskundige verklaring in de zin van de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens. In deze verklaring heeft de huisarts feitelijke informatie verstrekt over het letsel dat hij bij zijn nicht had waargenomen. Hoewel de toevoeging ‘angst en slaapstoornis’ enkele vragen oproept, acht het CTG het handelen van de arts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

De huisarts heeft op zitting verklaard dat hij inziet dat het een precaire situatie betrof omdat hij letsel had waargenomen bij zijn nicht, dat hij op de hoogte was van de relatieperikelen tussen zijn nicht en de klager, tevens zijn patiënt, en dat hem om medische informatie was gevraagd in het kader van het strafrechtelijk onderzoek dat tegen de klager liep. De huisarts betreurt dat hij daarbij onvoldoende oog heeft gehad voor het belang van de klager en dat hij daardoor het vertrouwen van klager in hem als huisarts heeft geschaad. Het CTG overweegt dat de huisarts geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt en verwerpt het beroep van de klager.

Uit deze uitspraak komt naar voren, dat de huisarts in kwestie zich in een slangenkuil heeft begeven door in een situatie, waarin hij enerzijds huisarts was van de klager en anderzijds familie van de ex-echtgenote van de klager, een geneeskundige verklaring af te geven. Een geneeskundige verklaring is een schriftelijke verklaring die een oordeel bevat over een patiënt en over diens (medische) geschiktheid of ongeschiktheid om bepaalde dingen wel of niet te kunnen. Geneeskundige verklaringen mogen alleen worden afgegeven door een onafhankelijke arts, dus niet de (eigen) dokter. Algemeen wordt aangenomen dat een eigen arts onvoldoende afstand heeft tot de patiënt om een onafhankelijk oordeel te kunnen geven. Voorts kan door het afgeven van een geneeskundige verklaring over een eigen patiënt de vertrouwensrelatie gevaar lopen.  Formeel was de ex-echtgenote geen patiënte in de praktijk van de huisarts, maar zij was diens nichtje en  de klager was patiënt in zijn praktijk. Hier komt de huisarts goed weg, mogelijk door zijn reflectie tijdens de zitting bij het Centraal Tuchtcollege. Het blijft dus oppassen met het afgeven van een geneeskundige verklaring. Voor meer informatie over het begrip geneeskundige verklaring kan worden verwezen naar de ‘KNMG Richtlijn Omgaan met medische gegevens’. Vertrouw al met al degene niet die een ander niet vertrouwt.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven