Denk na voordat je nadenkt.
Aan welke eisen moet een klaagschrift in medische tuchtzaken voldoen?
Bij het tuchtcollege wordt een klacht ingediend. Het tuchtcollege kan daaruit niet opmaken wat de klacht inhoudt en tegen welke zorgverlener(s) de klacht is gericht. De klager krijgt van het tuchtcollege twee weken de tijd om aanvullende informatie te verstrekken met de opmerking dat een klacht moet zijn gericht tegen met name genoemde persoon en dat een klacht tegen een ziekenhuis of een instelling als zodanig niet in behandeling kan worden genomen. De klager vraagt uitstel en krijgt van het tuchtcollege nog één week extra tijd, maar laat deze termijn verlopen. Het tuchtcollege verklaart de klager vervolgens niet-ontvankelijk in zijn klacht.
De klager gaat in beroep met het verzoek aan het Centraal Tuchtcollege de uitspraak te vernietigen en het tuchtcollege op te dragen de klacht alsnog in behandeling te nemen. Het Centraal Tuchtcollege stelt voorop dat een klaagschrift de klacht, de feiten en gronden waarop deze berust alsmede de naam, het werkadres en – indien bekend – het woonadres van degene over wie wordt geklaagd moet bevatten. Het Centraal Tuchtcollege is het met het tuchtcollege eens dat het klaagschrift niet aan deze vereisten voldoet. De klager is daarom terecht in zijn klacht niet ontvankelijk verklaard. De essentiële gebreken in eerste aanleg kunnen in beroep niet worden hersteld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
Deze uitspraak laat zien, dat klagen niet een geheel vrijblijvende aangelegenheid is. Een klaagschrift moet aan een aantal – zij het beperkte – formele vereisten voldoen. Deze zijn in de wet BIG (art. 65 lid 2) en het Tuchtrechtsbesluit (art. 4 lid 1 sub b en c) neergelegd. Als een klager ondanks daartoe in de gelegenheid gesteld eventuele verzuimen in het klaagschrift niet tijdig herstelt, loopt hij het risico in de klacht niet ontvankelijk te worden verklaard. Heel onoverkomelijk is dit niet – zoals het Centraal Tuchtcollege overweegt – omdat de klager opnieuw een klaagschrift kan indienen dat wél aan de (wettelijke) vereisten voldoet. De vraag is wel of een klager na het doorlopen van twee instanties waarbij telkens nul op het rekest is gegeven daar nog wel puf voor heeft.