Dubbele toestemming bij minderjarigen: een ondergeschoven kindje?
De vader van een 12-jarig meisje dient een klacht in tegen een waarnemend huisarts. De klacht houdt in dat de huisarts heeft geweigerd een second-opinion aanvraag te verstrekken.
Wat betreft de bevoegdheid van de vader om namens zijn dochter te klagen overweegt het RTG als volgt. Kinderen vanaf 16 jaar zijn zelf bevoegd een klacht in te dienen (art. 7:447 lid 3 BW). De bevoegdheid om te klagen van ouders/wettelijk vertegenwoordigers van minderjarigen vanaf 16 jaar is daarmee vervallen. Bij kinderen tot zestien jaar is uitgangspunt dat zij niet in staat zijn om hun belangen zelf te behartigen. Daarom zijn in principe alleen de ouders/wettelijk vertegenwoordigers daartoe bevoegd, zonder dat instemming van de minderjarige patiënt nodig is. De dochter was op het moment van het indienen van de klacht 12 jaar oud. De vader is dus bevoegd om in zijn rol van wettelijk vertegenwoordiger te klagen, zonder dat de dochter met het indienen van de klacht heeft ingestemd.
Wat betreft de inhoudelijke beoordeling stelt het college vast, dat voor een behandeling – en dus ook voor een second opinion – van een minderjarige tot zestien jaar toestemming nodig is van beide gezaghebbende ouders. De vader en de moeder van de dochter zijn gescheiden en zij hebben beiden het gezag over de dochter. Dit betekent dat ook de moeder moet instemmen met de second-opinion. De arts heeft aannemelijk gemaakt dat hij niet zonder meer kon aannemen dat ook de moeder hiermee instemde. Er was op het moment van het consult geen sprake van een acute situatie waarin de toestemming van de moeder niet kon worden afgewacht. Het advies van de arts om, na het verkrijgen van de toestemming van de moeder, naar de behandelend kinderarts te gaan om een second opinion te regelen getuigt van een zorgvuldige handelwijze. Het is gebruikelijk en gepast om de behandelend specialist niet te omzeilen maar een second opinion via de betreffende specialist te laten verlopen. Bovendien kan de behandelend specialist direct de juiste informatie doorsturen naar degene aan wie de second opinion wordt gevraagd. Het RTG wijst de klacht van de vader als kennelijk ongegrond af.
Deze uitspraak is een voorbeeld van één van de vele zaken waar een arts in de problemen kan komen bij het behandelen van patiënten jonger dan zestien jaar waarbij sprake is familierechtelijke perikelen. Hierbij valt te denken aan echtscheidingssituaties, situaties waarin een gezinsvoogd is benoemd of waarin sprake is van een ondertoezichtstelling (OTS). De KNMG heeft vanwege de vele praktijkvragen die hierbij spelen de wegwijzer ‘Toestemming en informatie bij behandeling van minderjarigen’ opgesteld.
In deze richtlijn wordt de rechtspositie van ouders en minderjarigen geschetst en worden praktische handvaten geboden voor het oplossen van dilemma’s. Goede kennis van rechten en plichten op dit terrein bevordert dat zorgverleners in de dagelijkse praktijk geen kind aan deze problematiek hebben.