Home Een goed woordje voor de patiënt dat fout uitpakt

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Een goed woordje voor de patiënt dat fout uitpakt

Hoe beoordeelt de tuchtrechter een huisarts die een verklaring voor zijn patiënte afgeeft?

Een huisarts stuurt een e-mail aan zijn patiënte. De patiënte is met haar partner verwikkeld in een juridische procedure over partneralimentatie. De huisarts schrijft over de oorzaak van de klachten van zijn patiënte ‘Een groot struikelblok en een almaar voortdurende irritatie die funest is voor chronische klachten is haar nog immer intensieve juridische relatie met A. Zij komt regelmatig op het spreekuur om te vertellen hoeveel last zij ervaart van de herhaalde rechtszaken die hij tegen mevrouw aanspant’.

De partner dient een klacht tegen de huisarts in. Het tuchtcollege verklaart de klacht gegrond.
Het tuchtcollege verwijst naar de Richtlijn Omgaan met medische gegevens van de KNMG van mei 2018. Die Richtlijn bepaalt dat behandelend artsen geen geneeskundige verklaringen afgeven ten behoeve van eigen patiënten. De reden hiervoor is dat het bij zo’n verklaring vaak gaat om een belang van de patiënt dat buiten de deskundigheid en verantwoordelijkheid van de arts ligt en een ander doel dient dan de behandeling of begeleiding. Een geneeskundige verklaring is volgens de KNMG Richtlijn een (schriftelijke) verklaring die door een arts is opgesteld ten behoeve van een patiënt die onder behandeling van die arts staat of stond. Een geneeskundige verklaring bevat een op medische gegevens gebaseerd waardeoordeel over de patiënt en diens gezondheidstoestand. Een behandelend arts mag, met toestemming van de patiënt, wel feitelijke medische informatie verstrekken. Deze gegevensverstrekking moet zich echter beperken tot antwoorden op een specifieke vraagstelling waarbij slechts relevante, feitelijke informatie wordt verstrekt.

Getoetst aan dit criterium kan de e-mail van de huisarts niet door de beugel. De verklaring bevat meer dan feitelijke informatie, vormt geen antwoord op een specifieke vraag en bevat ook waardeoordelen over de patiënte van de huisarts terwijl dit geen behandeldoel diende. Ook heeft de huisarts zich uitgelaten over de partner van de patiënte.
Alhoewel de huisarts heeft aangegeven dat hij ‘iets positiefs’ wilde doen voor zijn patiënte en zorgvuldig heeft nagedacht over de formulering, is er volgens het tuchtcollege sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. De huisarts krijgt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

Deze uitspraak laat zien, dat klachten tegen behandelend artsen die geneeskundige verklaringen ten behoeve van hun eigen patiënten afgeven een regelmatig terugkerende figuur in de tuchtrechtspraak is. Het devies is om bij verzoeken van patiënten om geneeskundige verklaringen af te geven dat steevast te weigeren. Een geneeskundige verklaring kan niet door de eigen, behandelend arts worden afgegeven. Dat kan en mag alleen door een onafhankelijke arts die geen behandelrelatie met de patiënt heeft. Hoe goed de bedoelingen van behandelend artsen soms ook zijn, wanneer deze een geneeskundige verklaring afgeven loopt dat tuchtrechtelijk meestal slecht af. Een gewaarschuwd arts telt voor twee!

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven