04.03.2021
Een met de media dreigende advocaat
Laatst kreeg ik van een schadebehandelaar van een verzekeraar te horen dat een advocaat had aangekondigd naar de media te zullen stappen als niet binnen een week een voorschot aan zijn cliënt zou zijn betaald. Ferme taal, maar mag een advocaat dit eigenlijk wel doen; het dreigen met het inschakelen van de media met als doel de wederpartij tot ‘iets’ te bewegen? De Raad van Discipline (hierna: RvD) oordeelde eind 2020 van niet, waarover het volgende.
De advocaat in kwestie had tot twee keer toe schriftelijk gedreigd om naar de media te stappen ingeval de wederpartij niet bereid zou zijn tot het voeren van schikkingsonderhandelingen en/of het treffen van een schikking. Het uiten van dergelijke dreigementen leverde deze advocaat uiteindelijk een waarschuwing van de tuchtrechter op.
De RvD overwoog weliswaar dat een advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt, maar dat het dreigen met media-aandacht als pressiemiddel om de wederpartij tot overleg dan wel een schikking te bewegen niet geoorloofd is en in strijd is met de wijze waarop een advocaat zich, ook tegenover de wederpartij, bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt behoort te gedragen.
De RvD voegde daaraan toe dat ook het enkel doorgeven van zo een mededeling van de eigen cliënt laakbaar is. Het behoort immers tot de taak van de advocaat ervoor te waken dat de rechtsstrijd wordt gestreden met ongeoorloofde middelen. Dat betekent niet alleen dat hij zelf geen ongeoorloofde middelen mag gebruiken, maar hij mag zich ook niet lenen tot assistentie bij het gebruik van ongeoorloofde middelen door zijn cliënt.
Deze uitspraak leert dus dat een advocaat op de vingers getikt kan worden als hij/zij met de inschakeling van de media dreigt; zo ook als dit uitsluitend de boodschap van de cliënt zelf is.