Een one stop shop die leidt tot een berisping
Een patiënte vraagt haar tandarts om vanwege allergie voor palladium en enkele andere grondstoffen alle metalen uit haar gebit te verwijderen en metaalvrije kronen te plaatsen. Er wordt in overleg gekozen voor LithiumDiSilicaat (EmaxCAD) met als bevestigingsmateriaal Variolink DC met Adhese Universal. Vervolgens worden in één sessie 21 kronen en 6 facings verwijderd en vervangen. De patiënte blijkt achteraf allergisch voor de gebruikte weekmakers.
De patiënte is over de uitkomst ontevreden en stapt naar het Regionaal Tuchtcollege (RTG).
De klacht dat de tandarts bij de plaatsing van de kronen en facings geen rekening heeft gehouden met de allergieën van de patiënte wordt afgewezen. Het door de tandarts gebruikte materiaal was de best mogelijke optie. Eerst achteraf is gebleken dat de patiënte feitelijk een reactie heeft op elke weekmaker die verwerkt is in cement of adhesief. Op het moment van plaatsing van de kronen en facings was het voor de tandarts niet duidelijk dat het door hem gebruikte materiaal een stof bevatte die door de patiënte niet verdragen wordt. Dit klachtonderdeel is dus ongegrond.
Wat de tandarts door het RTG wèl wordt aangerekend is dat zonder dat daarvoor een acute medische noodzaak bestond, er voor is gekozen om op één dag 21 kronen en 6 facings te verwijderen en te vervangen. Dat heeft er in geresulteerd dat een aantal van de kronen niet op de juiste plek terecht is gekomen. Ook zijn er veel cementresten achtergebleven. Dit heeft de tandarts ten onrechte niet gesignaleerd. Het RTG acht dit alles niet verantwoord.
Verder wordt het de tandarts door het RTG aangerekend dat niet alle consulten in het patiëntendossier zijn aangetekend. De tandarts heeft hiermee niet aan zijn dossierplicht voldaan. De (tand-)arts is verplicht om een dossier in te richten met betrekking tot de behandeling van de patiënt. Daarin dient hij onder meer aantekening te houden van de gegevens omtrent de gezondheid van de patiënt en de uitgevoerde verrichtingen, één en ander voor zover dit voor een goede hulpverlening noodzakelijk is (artikel 7:454 Burgerlijk Wetboek). Goede, toegankelijke verslaglegging in het dossier is van groot belang, aldus het RTG, niet alleen voor de kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening en begeleiding, maar ook vanwege de verantwoording en toetsbaarheid van het handelen van de desbetreffende hulpverlener. Indien goede verslaglegging ontbreekt, kan het handelen van een (tand-)arts niet goed worden beoordeeld. Het dossier van de tandarts voldoet niet aan de eisen en dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ook dit klachtonderdeel wordt gegrond verklaard. Het RTG legt de tandarts gelet op de aard en de ernst van de vastgestelde tekortkomingen een berisping op.
Deze uitspraak bevat een aantal interessante aspecten. In de eerste plaats wordt een klacht door het tuchtcollege beoordeeld op basis van de kennis die de zorgverlener ten tijde van de gewraakte behandeling had of had behoren te hebben. Hier kan een eerst achteraf bij de patiënte vastgestelde allergie de tandarts dan ook niet worden aangerekend. Verder stipt het RTG aan dat het niet verstandig is om een ingrijpende behandeling – zoals hier het verwijderen en vervangen van in totaal 21 kronen en 6 facings – niet in één zitting uit te voeren maar dit te spreiden over meerdere zittingen. Dit komt de zorgvuldigheid van de behandeling ten goede en zal voor een patiënt ook minder belastend zijn. Tenslotte benadrukt het RTG het belang van dossiervoering. Dit geldt uiteraard niet alleen voor tandartsen maar alle zorgverleners die een geneeskundige behandelingsovereenkomst met een patiënt aangaan. Een patiëntendossier is tegenwoordig niet alleen een medisch document, maar ook een juridisch document. Aan de hand van het dossier moet een zorgverlener zich achteraf niet alleen ten opzichte van de patiënt maar ook bijvoorbeeld de tuchtrechter of de Inspectie kunnen verantwoorden. Je hoeft al met al niet alle fouten zelf te maken, geef anderen ook een kans.