Een ongewenste chatrelatie met de patiënt
De beklaagde GZ-psycholoog in deze zaak is kort betrokken bij de behandeling van een patiënte in een traumacentrum. Na ontslag stuurt de patiënte een aantal medewerkers van de instelling een LinkedIn-connectieverzoek. De psycholoog accepteert dit verzoek en via deze weg hebben de patiënte en de psycholoog veelvuldig persoonlijke berichten met elkaar gedeeld. Na vier dagen is het contact op initiatief van de patiënte verbroken.
De patiënte dient een klacht in tegen de psycholoog in zijn hoedanigheid van psychotherapeut en psycholoog. De patiënte verwijt de psycholoog grensoverschrijdend gedrag. Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) verklaart de klacht gegrond en legt de psycholoog in beide hoedanigheden de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor de duur van twaalf maanden op, met publicatie van de beslissing.
In beroep bij het Centraal Tuchtcollege (CTG) erkent de psycholoog dat hij in het contact met de patiënte grensoverschrijdend heeft gehandeld. Hij maakt echter bezwaar tegen het oordeel van het RTG dat er ook sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het RTG had dit oordeel gebaseerd op een chatbericht ’s avonds om 23.16 uur waarin de psycholoog aan de patiënte heeft bericht dat hij ‘het hele bed voor zich alleen had’. De psycholoog stelt in beroep dat de seksuele lading die het RTG in het bericht heeft gelezen niet zo door hem is bedoeld. Het beroep slaagt. Het CTG oordeelt dat, in het licht van de grote hoeveelheden verzonden chatberichten, dit enkele bericht van de psycholoog, dat in dit opzicht geen vervolg heeft gehad, onvoldoende is om aan te nemen dat sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Wat volgens het CTG overblijft is, dat de psycholoog ernstig grensoverschrijdend heeft gehandeld door met een zeer kwetsbare patiënte intensief en ongepast chatverkeer aan te gaan. Bovendien is hij niet in staat geweest dit gedrag op een eerder moment zelf te corrigeren. De psycholoog heeft als ervaren therapeut in zijn contact met de patiënte haar kwetsbaarheid en belangen volledig uit het oog verloren. Dit rechtvaardigt een zware maatregel. De schorsing voor de duur van twaalf maanden wordt gehandhaafd maar gesplitst in vier maanden onvoorwaardelijke en acht maanden voorwaardelijke schorsing, met een proeftijd van twee jaar. Het opleggen van een gedeeltelijk voorwaardelijke schorsing biedt het CTG de mogelijkheid om in dit geval voorwaarden te stellen om te bevorderen dat vergelijkbaar gedrag in de toekomst niet meer zal plaatsvinden. De psycholoog dient zich onder toezicht van de Inspectie onder behandeling te stellen van een BIG-geregistreerd psycholoog of psychotherapeut, waarbij de behandeling moet zijn gericht op bewustwording van het thema afstand en nabijheid en het overschrijden van de persoonlijke en procedurele grenzen binnen of vlak na een behandelrelatie.
Dit is een leerzame uitspraak. Een LinkedIn-connectie is snel verzonden of geaccepteerd. Toch is het als zorgverlener oppassen met het versturen van chatberichten aan een patiënt of voormalig patiënt. Een zorgverlener kan daarmee, zonder het belang van de (voormalige) patiënt te respecteren, verder in het privéleven doordringen terwijl dat niet bijdraagt aan de behandeling. Dit ongeacht van wie het initiatief uit gaat. Daarbij kan al snel sprake zijn van grensoverschrijdend gedrag. Dat leidt weer in vrijwel alle gevallen tot een gegronde klacht met een zware maatregel met zelfs een kans op voorwaarden, zoals het zich onder behandeling moeten stellen van een therapeut en verantwoording afleggen aan de Inspectie. Een goede relatie bestaat bij de gratie van een goede, maar gepaste communicatie.