Home Een valse noot bij de tuchtrechter

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Een valse noot bij de tuchtrechter

De klager in deze procedure geeft een vrouwelijke fysiotherapeut thuis gitaarles. Van het één komt het ander. Er ontstaat een seksuele relatie tussen beiden. Kennelijk dooft de vlam bij de fysiotherapeut op enig moment want verbreekt zij de relatie. De klager is de fysiotherapeut daarna blijven benaderen en lastigvallen. De fysiotherapeut doet aangifte van stalking en de klager wordt daarvoor veroordeeld. De klager stapt zelf naar de tuchtrechter. Volgens de klager is er met de fysiotherapeut sprake geweest van een behandelrelatie. Tijdens de gitaarlessen was immers ter sprake gekomen dat hij last had van rugklachten en zou de fysiotherapeut hebben aangegeven de klachten te kunnen verhelpen. De fysiotherapeut heeft de klager gedurende een half jaar behandeld met massages van de rug, Pilates-training en de klager heeft via de app Runkeeper meegedaan aan hardloop-training. De klager heeft de behandelingen naar zijn zeggen steeds contant betaald omdat hij slechts een basis-zorgverzekering had en fysiotherapie niet werd vergoed.

Bij de tuchtrechter stelt de klager dat de fysiotherapeut tijdens de behandelrelatie niet de professionele afstand heeft gehouden die zij als zorgverlener in acht had moeten nemen door gedurende de behandelperiode een seksuele relatie aan te gaan. Verder houdt de klacht in dat de fysiotherapeut de behandeling niet heeft overgedragen aan een collega toen zij niet de professionele distantie jegens de klager in acht kon nemen. Tenslotte voert de klager aan dat zijn patiëntgegevens niet in de boekhouding van de praktijk zijn opgenomen, waardoor hij daar geen klacht kon indienen.

Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) verklaart de klager in de klacht kennelijk niet-ontvankelijk. Op het beroep van de klager overweegt het Centraal Tuchtcollege (CTG) dat de enkele omstandigheid dat de klager en de fysiotherapeut een (seksuele) relatie hebben gehad een behandelrelatie niet uitsluit. Het CTG heeft echter niet kunnen vaststellen dat er sprake was van een behandelrelatie. Zo is er door de fysiotherapeut geen amnese afgenomen of diagnose gesteld, heeft er geen fysiotherapeutisch onderzoek plaatsgevonden en is er geen behandelplan opgesteld danwel behandeltraject in gang gezet. Evenmin waren er op regelmatige basis afspraken. Verder is de klager niet bekend in het patiëntenbestand van de praktijk waar de fysiotherapeut werkt en heeft hij geen factuur ontvangen. Het enkele volgen van één groepsles Pilates en/of het toevoegen van klager aan de app Runkeeper rechtvaardigt niet de conclusie dat sprake is van een behandelrelatie. De deelnemers aan Runkeeper bestonden bovendien uit vrienden en familie van de fysiotherapeut en werd niet beroepshalve gebruikt. Het CTG is het met het RTG eens dat de klager in de klacht kennelijk niet ontvankelijk is en verwerpt het beroep.

Grensoverschrijdend gedrag – seksueel van aard of niet – is in de tuchtrechtspraak een opvallend regelmatig terugkerend thema. De grens tussen privégedragingen en professioneel optreden blijkt in de praktijk fragiel. Behalve de subjectieve verklaring van de klager, waren er hier geen objectieve aanknopingspunten waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat sprake was van een behandelrelatie. De (seksuele) relatie tussen de klager en de fysiotherapeut werd mitsdien beschouwd als een privéaangelegenheid waarop het wettelijk tuchtrecht niet van toepassing is. Als er wel sprake was geweest van een behandelrelatie, dan zou de beoordeling van de klacht vermoedelijk heel anders hebben uitgepakt. In dat geval zou de fysiotherapeut hoogstwaarschijnlijk te maken hebben gehad met een zware maatregel in de vorm van tenminste een (voorwaardelijke) schorsing van de inschrijving in het BIG-register. Hier eindigde de tuchtzaak voor de klager in een F-mineur.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven