Home Euthanasie: ja/of toch niet?

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Euthanasie: ja/of toch niet?

Hoe gaat de tuchtrechter om met een huisarts die terugkomt op een toezegging om euthanasie te verlenen?

Een huisarts zegt na een aanvankelijke weigering een terminale patiënt toe euthanasie te verlenen. De huisarts laat de patiënt enkele dagen later telefonisch weten toch geen medewerking te zullen verlenen aan de inmiddels geplande euthanasie.

De patiënt overlijdt een week later in een verpleeghuis, waarbij de verpleeghuisarts alsnog euthanasie verleent. De partner van de patiënt beklaagt zich over de gang van zaken bij het tuchtcollege.

Het tuchtcollege stelt vast dat de huisarts zijn toezegging reeds op het moment van toezeggen niet kon nakomen. Het verlenen van euthanasie was om diverse praktische redenen niet haalbaar. Het zou immers niet alleen gaan het verlenen van de euthanasie zelf, maar ook om het van tevoren voeren van een uitgebreid persoonlijk gesprek met de patiënt, het regelen van een bezoek van een SCEN-arts en het bestellen en ophalen van medicatie bij de apotheek. Bovendien had de huisarts voor de betreffende dag geen waarneming, moest hij de hele dag op de praktijk zijn en was er daardoor onvoldoende ruimte voor het verlenen van euthanasie. Dat de huisarts vervolgens, tot dit besef gekomen, de patiënt niet zelf heeft bezocht maar hem zijn besluit telefonisch heeft medegedeeld (uit angst dat hij tijdens een persoonlijk bezoek aan de patiënt op zijn beslissing terug zou komen), geeft blijk van een geestelijke gesteldheid waarbij het kennelijk niet langer mogelijk was om met de nodige professionele distantie te denken en te handelen.

Het tuchtcollege overweegt dat het op zichzelf niet tuchtrechtelijk verwijtbaar behoeft te zijn als een arts na een toezegging deze alsnog intrekt en het verlenen van euthanasie afzegt. Het tuchtcollege onderschrijft dat euthanasie ook veel van de arts vergt. Het intrekken van een dergelijke toezegging dient echter wel heel zorgvuldig te gebeuren. Dat was hier niet het geval.

De klacht wordt gegrond verklaard en de huisarts krijgt een waarschuwing. De reden hiervoor is enerzijds de grote impact die het handelen van de huisarts heeft gehad op de patiënt en zijn naasten. Anderzijds neemt het tuchtcollege de kennelijke overbelasting van de huisarts in aanmerking en ook dat deze na dit voorval heeft besloten geen medewerking meer te verlenen aan toekomstige verzoeken om euthanasie.

Uit deze uitspraak volgt, dat artsen bij verzoeken tot het verlenen van euthanasie zeer zorgvuldig en tactvol te werk moeten gaan. Het gaat om een proces dat bijzonder veel zorg en aandacht vraagt. Laat een arts bij het toezeggen om euthanasie te verlenen steken vallen zonder dat daarvoor een goede reden bestaat, dan kan dat tuchtrechtelijke consequenties hebben. Ook hier geldt: bezint eer gij begint!

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven