23.12.2019
Geen inzage in intern medisch advies
Het Regionaal Tuchtcollege Eindhoven overweegt dat iedere partij een eigen recht heeft om haar verdediging in beslotenheid voor te bereiden. Als er een verplichting zou bestaan tot het verlenen van inzage in onder meer medische adviezen, zou aan dat recht afbreuk worden gedaan.
Het ging in deze tuchtzaak om het volgende. Klaagster heeft een ziekenhuis en een betrokken behandelaar aansprakelijk gesteld, omdat zij meent dat een medische fout is gemaakt. In het kader van die aansprakelijkstelling heeft de verzekeraar van het ziekenhuis verweerder, destijds gynaecoloog in een ander ziekenhuis en daarnaast medisch adviseur, verzocht aan de verzekeraar een medisch advies uit te brengen over de vraag of er lege artis is gehandeld. Verweerder heeft op basis van het medisch dossier een medisch advies uitgebracht aan de verzekeraar.
De advocaat van klaagster verzocht vervolgens om een kopie van dat medisch advies. De verzekeraar weigerde dat en heeft daarbij toegelicht dat (en waarom) het medisch advies bestemd is voor intern gebruik door de verzekeraar. Hierna heeft klaagster zelf om inzage in het medisch advies verzocht. Ook zij kreeg nul op het rekest.
Klaagster diende hierop een tuchtklacht in en verweet verweerder dat hij zijn plicht tot het verlenen van inzage in het door hem opgestelde medisch advies heeft geschonden. Daarmee heeft verweerder volgens klaagster inbreuk gemaakt op haar recht op inzage en afschrift (art. 7:456 BW jo. art. 7:464 lid 1 BW).
Het Regionaal Tuchtcollege overwoog dat verweerder een medisch advies heeft opgesteld voor de verzekeraar van het ziekenhuis. Verweerder wordt, kort gezegd, verweten dat hij klaagster geen inzage heeft gegeven in dat advies. Hij heeft dit gedaan in zijn hoedanigheid van arts. Omdat er geen sprake is (geweest) van een behandelrelatie tussen klaagster en verweerster, is niet de eerste tuchtnorm en wel de tweede tuchtnorm van toepassing.
De vraag waar het tuchtcollege zich vervolgens over boog, was of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door klaagster geen inzage te geven in zijn medisch advies opgesteld voor zijn opdrachtgever (de verzekeraar). Het tuchtcollege overwoog dat het ziekenhuis, en in het verlengde daarvan zijn verzekeraar, in het kader van de aansprakelijkstelling het recht hebben een partijdeskundige (hier: verweerder) in te schakelen. Iedere partij heeft een eigen recht om haar verdediging in vrijheid en beslotenheid voor te bereiden. Aan dat recht zou afbreuk worden gedaan als er een verplichting zou bestaan tot het openbaar maken van (lees: het verlenen van inzage in) correspondentie en (medische) adviezen. Met zijn weigering klaagster inzage te verlenen in het medisch advies heeft verweerder daarom volgens het tuchtcollege niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De klacht wordt als kennelijk ongegrond afgewezen.
Het komt in de praktijk met regelmaat voor dat betrokkenen in zowel tuchtzaken als in civiele zaken inzage verzoeken (of vorderen) in het medisch advies van de medisch adviseur van de verzekeraar van het ziekenhuis. Dat is ook begrijpelijk, nu het standpunt van (de verzekeraar van) het ziekenhuis in het algemeen wordt gegrond op dat medisch advies. Met deze uitspraak wordt evenwel bevestigd dat een partij het recht heeft medisch adviezen bestemd voor intern gebruik ook daadwerkelijk intern te houden.