Geen mondkapje, geen consult?
Mag een arts bij een patiënt die geen mondkapje draagt een consult weigeren?
Een echtpaar komt op consult bij de huisarts. In de praktijk staat aangegeven dat het dragen van een mondkapje verplicht is. Bij de balie zijn ook mondkapjes beschikbaar. Het echtpaar neemt plaats in de wachtkamer; de man zonder mondkapje, de vrouw draagt er wel een. De vrouw maakt zonder kennisgeving geluidsopnames van het bezoek. Na door de huisarts te zijn aangesproken, geeft de man aan dat het dragen van een mondkapje schijnveiligheid geeft en dat hij daar niet aan meedoet. De huisarts belt de politie en de KNMG-artsen infolijn. De huisarts zegt tegen de man dat de politie hem komt ophalen. De man wordt gesommeerd het pand te verlaten en gezegd dat hij een andere huisarts moet zoeken. De echtgenote krijgt wel een consult. Tijdens dat consult zegt de huisarts dat de man een strafblad krijgt wanneer hij een klacht wegens huisvredebreuk indient, dat reizen naar het buitenland voor hem onmogelijk wordt, dat het ook onmogelijk wordt een andere huisarts te vinden en dat hij hoopt dat de man zich tegenover zijn vrouw anders gedraagt.
De man stapt naar de tuchtrechter. Het RTG toont zich kritisch. Aan de hand van de geluidsopname stelt het RTG vast dat de huisarts duidelijk moeite had met de opstelling van de man en emotioneel reageerde op diens weigering een mondkapje te dragen. Na een korte woordenwisseling heeft de huisarts de politie gebeld. Verder heeft de huisarts de behandelrelatie met de man verbroken en de man gesommeerd het pand te verlaten zonder naar zijn reden van komst te vragen. Om een urgente reden voor het consult uit te sluiten, had de huisarts zich evenwel als redelijk bekwame huisarts op moeten stellen. Het enkel aanbieden van een consult op afstand later die dag is onvoldoende. Tot slot heeft de huisarts in zijn uitlatingen tijdens de consult met de vrouw de grenzen van professioneel handelen overschreden. De klacht is gegrond. De huisarts krijgt een waarschuwing opgelegd.
Uit deze uitspraak volgt, dat de huisarts hier te hard van stapel is gelopen bij een patiënt die geen mondkapje wilde dragen. Zonder zich te vergewissen van de hulpvraag heeft de huisarts een consult geweigerd en de behandelingsovereenkomst beëindigd. Alhoewel niet door het RTG in de uitspraak benoemd, had de handelwijze van de huisarts getoetst kunnen worden aan de KNMG-richtlijn Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In deze recent herziene richtlijn staan de (gewichtige) redenen voor beëindiging van een behandelingsovereenkomst en de zorgvuldigheidseisen die daarbij in acht moeten worden genomen. Als de huisarts hier al een aanzienlijk belang zou hebben gehad bij het beëindigen van de behandelingsovereenkomst – denk hierbij aan een praktische, persoonlijke of organisatorische reden – is de abrupte wijze waarop dit plaatsvond niet zorgvuldig. De patiënt is niet eerst gewaarschuwd, er is geen redelijke termijn in acht genomen, er is geen noodzake hulp verleend en er is geen medewerking verleend om elders zorg te krijgen. Saillant in deze zaak is nog dat de vrouw van het consult heimelijk een geluidsopname had gemaakt. Volgens de KNMG-handreiking Opnemen van gesprekken door patiënten mag een patiënt een gesprek met een arts voor privégebruik opnemen en hoeft dit niet vooraf te worden gemeld (alhoewel dit natuurlijk wel netjes is). De tuchtrechter laat dergelijke opnames ook als bewijsmiddel toe. Wil een arts een gesprek opnemen, dan moet hij volgens deze handreiking wèl eerst om toestemming vragen. Hoe dan ook, ze zeggen dat je van de minst tevreden patiënten het meeste leert.