24.06.2020
Geen recht op thuiswerken in Corona crisis
De Voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland overwoog op 16 juni 2020 dat een werkneemster van een keukenbedrijf geen recht heeft op thuiswerken in de Corona crisis.
Feiten
Werkneemster is als medewerkster commerciële binnendienst en service coördinator werkzaam bij een keukenbedrijf. Na het afkondigen van de eerste maatregelen ter bestrijding van het coronavirus medio maart, werden alle medewerkers van het keukenbedrijf opgedragen tot nader order thuis te werken. Op 11 april ontving de werkneemster een Whatsapp bericht van haar werkgever met het verzoek op 14 april haar werkzaamheden op kantoor te hervatten. Werkneemster meldde zich weer op de zaak. Volgens werkneemster namen haar collega’s de 1,5 meter regel niet in acht. De werkgever verleende vervolgens desgevraagd toestemming aan de werkneemster om thuis te werken, mits zij wel op de zaak zou verschijnen indien noodzakelijk. Op 6 mei ontving het personeel een e-mail met de instructie weer op kantoor te komen werken. In de e-mail stond toegelicht welke maatregelen zijn getroffen om het personeel veilig te kunnen laten werken. Werkneemster heeft zich hiertegen verzet onder verwijzing naar het overheidsstandpunt dat op 7 mei nogmaals werd benadrukt dat er tot 1 september 2020 thuis dient te worden gewerkt. Werkneemster startte vervolgens een kort geding waarin zij – kort gezegd – vorderde thuis te mogen werken.
Beoordeling
De voorzieningenrechter wijst de vordering van werkneemster af. Het is volgens de kantonrechter niet aannemelijk geworden dat het keukenbedrijf de verplichtingen die voortvloeien uit goed werkgeverschap, haar instructiebevoegdheid en/of de zorgplicht zou hebben geschonden. Ook is voorshands aannemelijk geworden dat het keukenbedrijf passende Corona-maatregelen heeft genomen. Dat werkneemster op 14 april jl. een andere ervaring had leidt niet tot conclusie dat dat de Corona-maatregelen stelselmatig worden overtreden op de werkvloer. Tevens is aannemelijk geworden dat werkneemster nodig is op de werkvloer. Tot slot overweegt de voorzieningenrechter dat het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuis werken niet zo ver ingrijpt op deze specifieke rechtsverhouding dat daaruit een recht op thuiswerken kan worden geput.