Home Geen (verkapte) goodwillbetaling bij overname huisartsenpraktijk bewezen

KBS

Geen (verkapte) goodwillbetaling bij overname huisartsenpraktijk bewezen

Kwalificeert een surplus bovenop de vergoeding voor de inventaris van de praktijk als goodwill? En handelt de overdragende huisarts jegens de overnemende huisarts onrechtmatig als hij toch goodwill bedingt, terwijl hij in het verleden al een vergoeding uit het goodwillfonds voor huisartsen heeft ontvangen? Beide vragen beantwoordt het Gerechtshof Den Bosch in zijn uitspraak van 4 augustus jl. ontkennend.

Wat er speelde

Een huisarts neemt een praktijk over en betaalt daarvoor een som van € 31.000,-. Vast staat dat de overnamesom van € 31.000,- meer bedraagt dan de vergoeding voor de roerende zaken van de praktijk (€ 11.000,-), alleen is het meerdere niet nader geduid. De overnemende huisarts stelt zich op het standpunt dat sprake is van verkapte goodwill ad € 20.000,-, en vordert dit bedrag terug. De overdragende huisarts heeft in het verleden namelijk al een vergoeding uit het goodwillfonds voor huisartsen ontvangen. Het vragen van goodwill bij de overdracht van een praktijk is dan niet toegestaan.

Aanleiding voor de vordering is -zo begrijp ik uit het feitenrelaas- dat zorgverzekeraar VGZ als voorwaarde voor contractering met een zorgaanbieder (huisarts) stelde dat geen goodwill is betaald aan degene van wie de praktijk is overgenomen. Is dat wel het geval, dan heeft VGZ onder meer het recht de overeenkomst eenzijdig te beëindigen. De overdragende huisarts meent echter dat geen sprake is van een goodwillvergoeding, maar van een tegemoetkoming in de waarneemvergoeding.

Geen goodwillvergoeding

De overnemende huisarts krijgt bij de kantonrechter gelijk, na bewijslevering door het horen van vele getuigen (waaronder de zorginkoper van VGZ en de boekhouders en (belasting)adviseurs van partijen). Het hof oordeelt echter anders. Daarbij stelt het hof (vrij vertaald) voorop dat de onduidelijkheid die over de uitleg van de afspraken over de overnamesom is gerezen, niet enkel wordt bepaald door een zuiver taalkundige uitleg van de contractuele bepalingen, maar ook betekenis toekomt aan de redelijke verwachtingen van partijen. Vervolgens komt het hof aan de hand van de afgelegde verklaringen en mailcorrespondentie in de onderhandelingsfase tot de conclusie dat het bedrag van € 20.000,- bedoeld is geweest als tegemoetkoming voor de overdragende huisarts, gelet de op zijn financiële situatie te hoge, betaalde waarneemkosten in het jaar 2014. Uit de verklaringen volgt voor het hof dat partijen niet hebben gesproken over een vergoeding vanwege goodwill ofwel de waarde van het patiëntenbestand. Van overeengekomen (verkapte) goodwillbetaling is volgens het hof aldus geen sprake.

Geen onrechtmatig handelen

De overnemende huisarts is verder van mening dat de overdragende huisarts onrechtmatig jegens hem/haar zou hebben gehandeld, met € 20.000,- schade tot gevolg. Het onrechtmatig handelen zou erin hebben bestaan dat de overdragende huisarts zich niet heeft gehouden aan de afspraak met Stichting Goodwillfonds om bij overdracht van zijn praktijk goodwill te bedingen. De overnemende huisarts zou daarvan het slachtoffer zijn geworden. Ook hier gaat het hof niet in mee, wederom in tegenstelling tot de kantonrechter.

Vanzelfsprekend geldt allereerst dat van onrechtmatig handelen geen sprake kan zijn, als geen goodwill is bedongen (zie hiervoor). Maar zelfs al zou dat wel het geval zijn geweest, dan nog is niet zonder meer sprake van onrechtmatig handelen. Als een overdragende huisarts die een vergoeding uit het fonds heeft ontvangen achteraf toch goodwillvergoeding van de overnemende huisarts bedingt, had eerstgenoemde huisarts het fonds, dat destijds in het leven is geroepen om goodwillbedingen te voorkomen, niet hoeven belasten en dient deze huisarts de uitkering uit het fonds terug te betalen. Dat maakt echter (zonder nadere toelichting) niet dat het (door de stichting bedongen) verbod mede strekt tot bescherming van de belangen van een overnemende huisarts (naast bescherming van de belangen van het fonds). Aldus is niet (zonder meer) sprake van onrechtmatig handelen ten opzichte van de overnemende huisarts.

Slot

Het spreekt voor zich dat de discussie over de kwalificatie van het surplus met een toelichting in de overeenkomst had kunnen worden ondervangen. Het overnamecontract blonk kennelijk niet uit in helderheid, waardoor alsnog betekenis toekwam aan getuigenverklaringen en mailcorrespondentie rondom de onderhandelingen tussen partijen. Verder is het naar mijn mening begrijpelijk dat het hof geen onrechtmatig handelen van de overdragende huisarts heeft aangenomen, ook niet als wél een goodwillvergoeding in de overnamesom zou zijn verdisconteerd. Een tekortkoming in de ene rechtsverhouding (de overdragende huisarts vs. de Stichting Goodwillfonds) kwalificeert immers niet zonder meer ook als onrechtmatig in een andere rechtsverhouding (de overdragende huisarts vs. de overnemende huisarts). Waarom de kantonrechter dit in eerste instantie wel vond, volgt niet uit het arrest van het hof. Het vonnis van de kantonrechter is (vooralsnog) niet gepubliceerd.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven