Medische machtiging en beroepsgeheim
Een schending van het beroepsgeheim komt soms uit onverwachte hoek. Het Regionaal Tuchtcollege Eindhoven oordeelde op 24 juli 2017 over de reikwijdte van een medische machtiging.
In deze zaak had een patiënt een klacht tegen een tandarts ingediend bij het medisch tuchtcollege.
De klacht werd in twee instanties als ongegrond afgewezen. De patiënt schakelt vervolgens een belangenbehartiger in, wiens medisch adviseur met een medische machtiging informatie opvraagt bij de tandarts. De tandarts antwoordt de medisch adviseur en vraagt, aangezien zijn verslaglegging vrij summier is, of het hem is toegestaan om ter verduidelijking ook zijn processtukken bij het tuchtcollege toe te zenden. De medisch adviseur antwoordt de tandarts dat hij de stukken graag tegemoet ziet.
De patiënt dient opnieuw een klacht tegen de tandarts bij het medisch tuchtcollege in, nu vanwege schending van het beroepsgeheim. Het tuchtcollege volgt de patiënt en geeft aan dat het de tandarts niet was toegestaan de medisch adviseur te informeren over de tuchtrechtelijke procedure door toezending van de door hem ingediende processtukken. De tandarts heeft daarmee zijn beroepsgeheim geschonden omdat hij geen toestemming had meer (medische) informatie te verstrekken dan waartoe de medische machtiging reikte.
De door de patiënt verleende machtiging zag slechts op het verstrekken van medische informatie zoals opgenomen in het patiëntendossier. De door de tandarts verstrekte processtukken behoorden niet tot de door de medisch adviseur opgevraagde stukken uit het patiëntendossier. De omstandigheid dat de medisch adviseur de tandarts op diens verzoek heeft toegestaan de processtukken aan hem ter beschikking te stellen maakt dit volgens het tuchtcollege niet anders, nu de tandarts zijn beroepsgeheim reeds had geschonden door aan te geven dat er sprake was geweest van een tuchtprocedure.
De klacht wordt gegrond verklaard en de tandarts krijgt de maatregel van een waarschuwing opgelegd. De les die uit deze uitspraak volgt is, dat wanneer namens een patiënt met een medische machtiging (medische) informatie wordt opgevraagd, de zorgverlener dient na te gaan wat de reikwijdte van de machtiging is. Als de hulpverlener over meer informatie beschikt dan waartoe de machtiging reikt, is het verstandig om een aanvullende machtiging aan de patiënt te vragen of anders slechts die informatie te verstrekken die binnen de reikwijdte van de machtiging valt.
Klik hier voor de uitspraak in deze zaak.