Home Moet een verzoek om een second opinion altijd worden gehonoreerd?

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Moet een verzoek om een second opinion altijd worden gehonoreerd?

De beklaagde neuroloog in deze zaak ziet (in 2018) een patiënt op grond van de verdenking van een TIA/CVA. De neuroloog denkt echter aan lichamelijke en psychische overbelasting en verwijst de patiënt voor fysiotherapie. Bij aanhoudende klachten denkt de neuroloog vervolgens aan een conversiestoornis en draagt de behandeling over aan een revalidatiearts. De revalidatiearts adviseert in overleg met de huisarts een opname en aanmelding bij een GGZ-instelling. De patiënt vraagt de neuroloog om een second opinion. De neuroloog laat de patiënt via zijn secretaresse telefonisch weten dat hij daartoe niet bereid is omdat een second opinion niet zal leiden tot andere inzichten of verbetering van de klachten, maar juist het herstel zal vertragen. Bij onderzoek in België wordt bij de patiënt uiteindelijk de diagnose Primair Progressieve MS gesteld.

De patiënt stapt naar de tuchtrechter en stelt dat de neuroloog hem ten onrechte een second opinion heeft geweigerd.

Het Regionaal Tuchtcollege (RGT) baseert de beslissing op de Gedragsregels voor artsen van de KNMG uit 2013, zoals die in 2018 ten tijde van de behandeling en het advies van de neuroloog golden:

“De arts honoreert het verzoek om een verwijzing ten behoeve van een tweede mening (second opinion), tenzij hij zwaarwegende bezwaren daartegen heeft, die gemotiveerd kenbaar worden gemaakt.”

De neuroloog was volgens het RTG zelf verantwoordelijk voor het besluit om de patiënt niet te verwijzen voor een second opinion. Zij kan zich niet verschuilen achter het beleid van de revalidatiearts en de huisarts. De bezwaren van de neuroloog kunnen de kwalificatie ‘zwaarwegend’ niet dragen. Het gaat voor een deel om bezwaren die eigen (kunnen) zijn aan elke second opinion. Dit geldt voor het kostenaspect, het met werk belasten van andere zorgverleners en het niet inzien van de noodzaak door de neuroloog zelf. Voor een ander deel gaat het om bezwaren die slechts zwaar kunnen wegen als wordt aangenomen dat de diagnose van de neuroloog, een conversiestoornis ofwel functionele klachten, juist was. Die diagnose is echter onjuist gebleken. De neuroloog heeft dus in strijd met de Gedragsregels het verzoek om een second opinion afgehouden omdat daartegen geen zwaarwegende bezwaren bestonden. Verder heeft de neuroloog haar bezwaren tegen de second opinion niet gemotiveerd aan de patiënt kenbaar gemaakt. Zij heeft deze mededeling aan haar secretaresse overgelaten en die heeft het besluit tegenover de patiënt niet, althans onvoldoende, gemotiveerd. Dit alles valt de neuroloog tuchtrechtelijk aan te rekenen. De klacht wordt gegrond verklaard. De neuroloog krijgt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

Inmiddels zijn de Gedragsregels voor artsen in februari 2022 vervangen door de KNMG-Gedragscode voor artsen. Opmerkelijk is dat het recht op een second opinion niet expliciet in de nieuwe gedragscode is opgenomen. Kennelijk moet dat recht worden gelezen in bijvoorbeeld regel 3 van de nieuwe gedragscode die luidt:

“Als arts respecteer je de autonomie van de patiënt. Je nodigt de patiënt uit tot gezamenlijke besluitvorming en stelt hem of haar in staat een geïnformeerde beslissing te nemen.”

Deze regel, die duidt op shared decision making, zou kunnen impliceren dat het goed geïnformeerd nemen van een besluit in kan houden dat een arts de patiënt wijst op de mogelijkheid van een second opinion of dat een verzoek om een second opinion laagdrempelig moet worden gehonoreerd. Hoe het ook zij, ook nu nog kan worden aangenomen dat een verzoek om een tweede mening uitsluitend kan worden geweigerd bij zwaarwegende bezwaren. Je kunt immers niet onderwijzen wat je niet kent.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven