Home Naam en BIG-nummer: much ado about nothing?

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Naam en BIG-nummer: much ado about nothing?

Is een arts verplicht om desgevraagd naam en BIG-inschrijfnummer aan een patiënt te verstrekken?

 

Een tandartsassistente bezoekt de bedrijfsarts vanwege schouderklachten met als doel de medische beperkingen te beoordelen. Bij het eerste consult constateert de bedrijfsarts geen beperkingen. De tandartsassistente hervat haar werkzaamheden. Bij een tweede consult diezelfde maand stelt de bedrijfsarts vast dat de tandartsassistente niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten. Na dit consult vraagt de tandartsassistente bij een HR-adviseur van de werkgeefster van de bedrijfsarts om de naam en het BIG-inschrijfnummer van de bedrijfsarts. De HR-adviseur stuurt diezelfde dag het verzoek aan de bedrijfsarts door, die op haar beurt de verzochte gegevens aan de HR-adviseur verstrekt.

Na enkele tevergeefse oproepen vindt uiteindelijk een consult bij de bedrijfsarts plaats dat voortijdig wordt beëindigd omdat de tandartsassistente boos wegloopt.

De tandartsassistente beklaagt zich bij het tuchtcollege en stelt dat de bedrijfsarts heeft geweigerd om per e-mail haar BIG-inschrijfnummer te verstrekken en dat ook tijdens het laatste consult is geweigerd haar volledige naam en BIG-inschrijfnummer kenbaar te maken.

 

Het tuchtcollege overweegt dat de bedrijfsarts eerst na ontvangst van de tuchtklacht is gebleken dat de HR-adviseur de door haar verstrekte gegevens niet aan de tandartsassistente heeft doorgeleid. Dit kan niet (persoonlijk) aan de bedrijfsarts worden verweten. De bedrijfsarts mocht er op vertrouwen dat de HR-adviseur de gegevens aan de tandartsassistente had toegestuurd. Dit onderdeel van de klacht is dus ongegrond. Weliswaar staat vast dat de bedrijfsarts tijdens het laatste consult haar BIG-inschrijfnummer niet heeft verstrekt, maar daar staat tegenover dat zij dat niet direct voorhanden had. Bovendien is het consult voortijdig door de tandartsassistente afgebroken. Onder deze omstandigheden treft de bedrijfsarts geen verwijt. Niet is gebleken dat zij de intentie had om de gevraagde gegevens niet te verstrekken; zij had die immers al eerder aan de HR-adviseur verstrekt met het doel om die gegevens bij de tandartsassistente terecht te laten komen. Hier voegt het tuchtcollege nog aan toe dat de tandartsassistente ook zelf het BIG-register had kunnen raadplegen om de gegevens te achterhalen. Ook dit klachtonderdeel van de klacht is ongegrond.

 

De les die uit deze uitspraak voortvloeit is, dat BIG-geregistreerde zorgverleners in beginsel zijn gehouden om desgevraagd hun naam en BIG-inschrijfnummer aan de patiënt te verstrekken. Hierbij kan het van belang zijn om te vragen met welk doel de patiënt de gegevens wenst te verkrijgen. Mocht het doel daarvan zijn het indienen van een klacht of claim, dan biedt dat tevens de mogelijkheid om daarover in gesprek te gaan. In een gesprek kan uitleg worden gegeven, vragen worden beantwoord en waar nodig toenadering worden gezocht. Een vraag van een patiënt om BIG-gegevens te verstrekken kan de zorgverlener een opstap bieden voor een (goed) gesprek en kan een klacht of claim misschien zelfs wel voorkomen.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven