06.12.2013
Overtreding verbod van gunstbetoon leidt tot bestuurlijke boete van € 121.500
Op 29 november jl. oordeelde de Rechtbank Limburg dat de aan Apotheekzorg B.V. opgelegde bestuurlijke boete van 121.500 euro in stand moet worden gelaten vanwege het overtreden van art. 94 Gmw.
Apotheekzorg B.V. heeft een samenkomst georganiseerd voor 19 gespecialiseerde MS-verpleegkundigen. Zij heeft de locatie inclusief een diner betaald voor de deelnemende MS-verpleegkundigen à € 75, – per persoon. Tijdens de samenkomst is door een vertegenwoordiger van Merck Serono B.V., de producent van het geneesmiddel Rebif, een presentatie gehouden over het geneesmiddel Rebif. Tijdens de samenkomst is uitsluitend het geneesmiddel Rebif aan de orde gesteld. De Minister van VWS heeft naar aanleiding hiervan Apotheekzorg een boete opgelegd, nu de organisatie van de samenkomst en het diner moeten worden aangemerkt als gunstbetoon, hetgeen verboden is op grond van art. 94 Gmw.
In de beslissing op bezwaar vangt Apotheekzorg bot (de boete is wel verlaagd van € 135.000 naar € 121.500) en zij stelt vervolgens beroep in. De rechtbank volgt de minister. Apotheekzorg had met de organisatie van de samenkomst en het voor haar rekening nemen van de kosten voor de locatie en het diner voor MS-verpleegkundigen kennelijk het oogmerk het voorschrijven, ter hand stellen of gebruiken van het geneesmiddel Rebif te bevorderen. Dit leidt, aldus de rechtbank, tot het overtreden van het verbod van gunstbetoon, zoals neergelegd in art. 94 Gmw.
De rechtbank oordeelt wel dat het besluit onvoldoende is gemotiveerd (en vernietigt het besluit), maar acht de boete proportioneel en laat de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit (de boete) in stand.
De uitspraak is te raadplegen op rechtspraak.nl, klik hier.