Regiebehandelaar klem tussen kind, ouders en gezinsvoogd ?
Wat mag een regiebehandelaar aan een gezinsvoogd vertellen?
De vader – en klager – in deze procedure is gescheiden en heeft drie minderjarige zonen. De vader is door de rechter ontheven uit het ouderlijk gezag. De kinderen zijn daarna onder toezicht gesteld, dat wordt uitgevoerd door een gezinsvoogd. De aangeklaagde psychiater is regiebehandelaar van de jongste (14-jarige) zoon. Tijdens een EMDR-behandeling doet deze zoon uitlatingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag van de vader. Er volgt een gesprek tussen de moeder, de gezinsvoogd, de psychiater en de zoon. Hierna doet de moeder aangifte bij de politie van seksueel misbruik door de vader. De aangifte wordt geseponeerd met code 01 (ten onrechte als verdachte aangemerkt).
De vader stapt naar de tuchtrechter en stelt dat de psychiater informatie wel met de gezinsvoogd heeft gedeeld maar niet met hem.
Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) en het Centraal Tuchtcollege (CTG) vinden de klacht ongegrond. Het RTG overweegt dat slechts valt vast te stellen dat de psychiater de gezinsvoogd heeft medegedeeld dat zij zich als regiebehandelaar van de jongste zoon zorgen maakte over diens welzijn, maar ook zorg te hebben over zijn broers die nog omgang met de vader hebben. De psychiater heeft hier volgens het RTG juist gehandeld. De gegeven informatie kon zij noodzakelijk achter voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling. Gelet op de Jeugdwet en de KNMG meldcode Kindermishandeling en Huiselijk geweld hoefde de psychiater deze informatie niet eerst te delen met de vader en/of zijn zonen. De psychiater kon volstaan met het verstrekken van globale en feitelijke informatie. Niet staat vast dat de psychiater aan de door haar verstrekte informatie conclusies heeft verbonden in die zin, dat zij de uitlatingen van de jongste zoon heeft gekwalificeerd als seksueel grensoverschrijdend gedrag van de vader.
In beroep sluit het CTG zich hierbij aan Het voegt hieraan toe dat zorgverleners naast het informeren van de gecertificeerde instelling zo mogelijk ook bij de beide ouders informeren. Daarbij maakt het niet uit of de ouders gezagdragend zijn of niet. De psychiater heeft de informatie van de jongste zoon alleen met de moeder en met de gezinsvoogd gedeeld. Zij heeft de vader niet zelf ingelicht. Hoewel het de voorkeur verdient om de betrokken ouders, waaronder hier de vader, te betrekken bij de melding aan de gezinsvoogd, is dit in dit geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De psychiater had geen eerder contact met de vader. Toestemming van de vader was niet noodzakelijk om uit eigen beweging zorg te dragen voor het laten onderzoeken van de door de zoon gedane uitlatingen. De psychiater mocht het aan de gezinsvoogd overlaten om de vader in te lichten. De gezinsvoogd kende de vader, was op de hoogte van de complexe gezinssituatie en de omgangsregeling en kon zodoende ‘het veld’ overzien. De afweging om de vader niet te informeren heeft de psychiater in redelijkheid kunnen maken. De psychiater treft geen verwijt.
Deze uitspraak laat zien, dat een psychiater die als regiebehandelaar in een complexe gezinssituatie opereert, vaak op eieren moet lopen. Bij een vermoeden van seksueel grensoverschrijdend gedrag waarbij sprake is van een onder toezichtgestelde minderjarige komt de Jeugdwet in beeld. Uit artikel 7.3 11 lid 4 Jeugdwet volgt dat een derde zoals hier de psychiater met doorbreking van het beroepsgeheim gevraagd en ongevraagd relevante informatie over een onder toezichtgestelde minderjarige met een gezinsvoogd mag delen. Dit is een verstrekkende bepaling en het CTG heeft hierbij de nuance aangebracht dat het ‘de voorkeur verdient’ om beide ouders, of die nu gezagdragend zijn of niet, te informeren. Het CTG heeft de psychiater hier enigszins geholpen door het niet informeren van de vader haar tuchtrechtelijk niet aan te rekenen. Transparant zijn en behoedzaam opereren door een regiebehandelaar zijn sleutelbegrippen die conflicten, escalaties en zelfs een klacht kunnen voorkomen.