21.04.2016
Slechte beheersing Nederlandse taal reden voor tuchtrechtelijke waarschuwing
In de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege Zwolle van 15 april 2016 werd eens te meer duidelijk dat een slechte beheersing van de Nederlandse taal reden kan zijn voor het verkrijgen van een tuchtrechtelijke waarschuwing.
Klager was enkele maanden onder behandeling van een Duits(talig)e tandarts. Deze tandarts heeft bij klager een kroon geplaatst, waarover klager niet tevreden was. Klager ging over tot het indienen van een tweetal tuchtklachten, waarvan één van de klachten was dat de tandarts de Nederlandse taal niet sprak waardoor de communicatie tijdens de behandelingen ernstig te wensen overliet.
Het tuchtcollege constateerde tijdens de zitting dat de tandarts weliswaar in staat is om gesproken Nederlands te volgen, maar niet in staat is de Nederlandse taal voldoende begrijpelijk te spreken. Zijn antwoorden op de vragen van het college waren doorspekt met al dan niet vernederlandste Duitse woorden en zinsbuigingen. Daarbij nam het tuchtcollege mee dat de behandeling van klager vijf jaar geleden had plaatsgevonden. Het tuchtcollege nam dan ook aan dat de taalbeheersing toentertijd niet anders was. Het college acht aan de gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal het gevaar verbonden dat de tandarts en zijn patiënten elkaar niet altijd goed zullen begrijpen. De tandarts had daartegen nog aangedragen dat hij goed in staat is zich in het (medisch) Nederlands uit te drukken en dat klager niet heeft laten merken dat hij zijn uitleg niet begreep. Daar ging het tuchtcollege echter aan voorbij. Het lag immers op de weg van de tandarts om zijn patiënten actief te bevragen of zij hem hebben begrepen, ook als het gaat om het medisch Nederlands. Hij hoort niet passief af te wachten of zij te kennen geven hem niet te hebben begrepen.
Gelet op deze gebrekkige taalbeheersing krijgt de tandarts een waarschuwing.
Klik hier voor de uitspraak.