10.07.2017
Tijdig gedeclareerd of toch verjaard?
Vorderingen kunnen verjaren. Zo ook de vordering van een vergoeding voor niet gecontracteerde zorg. De vraag is alleen wanneer de verjaringstermijn begint te lopen. Is dat bij aanvang van de medische behandeling of als de factuur van de zorgverlener is ontvangen? De kantonrechter te Den Haag deed daar op 5 juli jl. uitspraak over.
Een (mede)verzekerde startte in augustus 2012 bij een niet gecontracteerde zorgverlener een medische behandeling, die in augustus 2013 werd afgerond. De factuur van de zorgverlener werd door de (mede)verzekerde op 9 oktober 2013 ontvangen. Twee jaar later, op 10 september 2015 (en dus meer dan drie jaar na de aanvang van de medische behandeling), werd deze factuur bij de zorgverzekeraar gedeclareerd. Te laat, meende de betreffende zorgverzekeraar. Zij beriep zich op haar algemene voorwaarden, die kortweg voorschreven dat er binnen drie jaar na het aanvangsmoment van de medische behandeling (i.c. augustus 2012) moest worden gedeclareerd.
De kantonrechter verwerpt dit standpunt van de zorgverzekeraar. Het teruggrijpen naar het begin van de behandeling staat immers op gespannen voet met artikel 15 Zorgverzekeringswet, dat bepaalt dat artikel 7:941 BW (lees: de meldingsplicht bij verwezenlijking van het risico) toepassing mist. Ook haakt de kantonrechter aan bij artikel 7:943 BW dat regelt dat van artikel 7:942 BW niet kan worden afgeweken. In dit laatst genoemde artikel is bepaald dat een rechtsvordering tegen de verzekeraar tot het doen van uitkering verjaart door verloop van 3 jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden. Daarvan was in deze kwestie pas op of omstreeks 9 oktober 2013 sprake, na de ontvangst van de factuur van de zorgverlener. De factuur kon dus op het moment van declareren in 2015 nog niet zijn verjaard
Conclusie: de verjaringstermijn van drie jaar begint dus te lopen op het moment dat de factuur van de zorgverlener is ontvangen.