Tussenrapport NZa inzake zorgfraude
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft recent haar tussenrapport inzake zorgfraude gepubliceerd. Een eerste conclusie van de NZa is dat verzekeraars per jaar mogelijk ongeveer 80 miljoen euro teveel betalen voor huisartsenzorg, mondzorg, farmacie en GGZ. De NZa pleit er voor dat verzekeraars veel meer aandacht besteden aan fraude-opsporing en controles.
Met betrekking tot de fraude-opsporing geeft de NZa o.a. aan dat verzekeraars meer controle mogelijkheden zouden moeten krijgen. Verzekeraars zouden niet alleen dossiers mogen onderzoeken als er een vermoeden van fraude is, maar ook bij wijze van standaardcontrole een steekproef moeten kunnen nemen uit dossiers. Dat betekent wel dat de de privacyregeling scherp tegen het licht moet worden gehouden worden. Hoewel het borgen van privacy en het medisch beroepsgeheim volgende de NZa een groot goed zijn en niet ter discussie staat, pleit de NZa voor een verruiming van de mogelijkheden voor controles door verzekeraars, door bijvoorbeeld ook zonder vermoeden van fraude steekproeven toe te staan op willekeurige declaraties.
Voorts houdt de NZa (opnieuw) een pleidooi voor de mogelijkheid om de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg te beperken. De NZa stelt vast dat op dit moment, gezien de discussie over de afschaffing van artikel 13 Zvw, onduidelijkheid bestaat over de hoogte van de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg en dit zorgt er volgens de NZa voor dat verzekeraars bij vermoedens van fraude moeilijk betalingen kunnen stopzetten. Los van de reeds voorgestelde wijziging van artikel 13 Zvw pleit de NZa voor de mogelijkheid om verzekeraars in geval van twijfel over de betrouwbaarheid van de aanbieder de bevoegdheid te geven een betaling te corrigeren. Een dergelijke bepaling zou dan niet alleen natura- maar ook restitutiepolissen betreffen.
Klik hier voor het rapport van de NZa.