Home Verzoek tot dooronderhandelen leent zich niet voor deelgeschil

Verzoek tot dooronderhandelen leent zich niet voor deelgeschil

Voor personenschadezaken bestaat het procesrechtelijke instrument van de deelgeschilprocedure. Voor het kunnen voeren van een dergelijke procedure is het op grond van artikel 1019z Rv vereist dat de beslissing van de rechtbank een voldoende bijdrage kan leveren aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Als dat niet het geval is, moet de rechter het verzoek afwijzen en een dergelijke situatie was recent  bij de rechtbank Midden-Nederland aan de orde.

In deze zaak staat een aanrijding tussen een scooter en een auto uit 2020 centraal, waarvoor de automobilist aansprakelijk is. De WAM-verzekeraar van de automobilist heeft met de bestuurder van de scooter onderhandeld over de door de bestuurder van de scooter geleden schade.

De bestuurder van de scooter meent als gevolg van de aanrijding diverse klachten en beperkingen te hebben opgelopen en arbeidsongeschikt te zijn geworden. De WAM-verzekeraar heeft een aantal keer gevraagd om nadere onderbouwing van het standpunt van de bestuurder van de scooter met medische en schadetechnische stukken, maar de bestuurder van de scooter heeft daar weinig c.q. geen gehoor aangegeven. Ook heeft de WAM-verzekeraar diverse inconsistenties opgemerkt in de verklaringen van de bestuurder van de scooter. In dat kader heeft de WAM-verzekeraar in januari 2023 een brief gestuurd aan de bestuurder van de scooter en daarin de onderhandelingen op officiële wijze afgebroken.

De bestuurder van de scooter is vervolgens een deelgeschilprocedure gestart waarin hij de rechtbank heeft verzocht om voornoemde eenzijdige afwikkeling onrechtmatig te verklaren en de WAM-verzekeraar te bevelen de onderhandelingen te hervatten.

De rechtbank wijst het verzoek af op de formele grond dat het verzoek zich niet leent voor behandeling in deelgeschil. De door de WAM-verzekeraar gevraagde en benodigde medische en schadetechnische informatie ontbreekt ten tijde van de procedure namelijk nog steeds. De rechtbank is van oordeel dat zolang dat het geval is, de WAM-verzekeraar niet met de bestuurder van de scooter verder zal onderhandelen over de schade(omvang). Als de rechtbank het verzoek van bestuurder van de scooter om de WAM-verzekeraar te bevelen om met hem door te onderhandelen zou toewijzen, dan zou dat, aldus de rechtbank, niet kunnen bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Het verzoek wordt dan ook op grond van artikel 1019z Rv afgewezen.

Overigens merkt de rechtbank nog ten overvloede op dat het verzoek ook om inhoudelijke redenen zou worden afgewezen.


Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven