Ziekenhuis moet slapend dienstverband opzeggen en transitievergoeding betalen
Arbitraal vonnis in kort geding waarbij de werkgever is veroordeeld om een slapend dienstverband met een ernstig zieke medisch specialist na drie jaar arbeidsongeschiktheid op te zeggen en daarbij de transitievergoeding te voldoen.
Dit kort geding diende bij het Scheidsgerecht Gezondheidszorg en is opmerkelijk omdat in deze zaak het ziekenhuis werd verplicht om het dienstverband met de zieke werknemer op te zeggen en daarbij de wettelijke transitievergoeding te betalen.
De feiten
Een medisch specialist werd na een dienstverband van meer dan 23 jaar ernstig ziek. Er was eerder een loonsanctie opgelegd omdat de werkgever onvoldoende aan re-integratie had gedaan volgens het UWV en er speelde een onderliggend arbeidsconflict. Aan de werknemer werd een IVA-uitkering toegekend. De werknemer was definitief volledig arbeidsongeschikt en daarmee was de arbeidsovereenkomst inhoudsloos geworden. Gesprekken over een beëindiging van het dienstverband hebben niet tot een oplossing geleid. Omdat de werknemer vermoedelijk niet lang meer te leven had is hij een procedure gestart waarin hij vorderde dat het ziekenhuis verplicht werd om de arbeidsovereenkomst op te zeggen en de transitievergoeding te betalen.
Het oordeel van het scheidsgerecht
Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg oordeelde dat het ziekenhuis het dienstverband moest opzeggen en daarbij de wettelijke transitievergoeding moest voldoen aan de medisch specialist van bijna € 150.000,–. Daarbij lijkt veel waarde te zijn gehecht aan de woorden van de minister van SZW in antwoord op eerdere Kamervragen in 2015 namelijk ‘als de enige reden voor het onbetaald in dienst houden van een werknemer is het niet willen betalen van een transitievergoeding dan getuigt dat in mijn ogen niet van fatsoenlijk werkgeverschap’.
Ook het feit dat de werkgever in beginsel volledig wordt gecompenseerd door het UWV vanuit het Werkloosheidsfonds op grond van de Wet compensatie transitievergoeding in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst na twee jaar ziekte is daarbij volgens het Scheidsgerecht van belang. Het Scheidsgerecht neemt aan dat deze regeling is bedoeld om het laten voortbestaan van een ‘slapende’ arbeidsovereenkomst na twee jaar ziekte tegen te gaan, teneinde te voorkomen dat een transitievergoeding moet worden betaald.
Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg overweegt dat de Stichting geen enkele goede reden heeft kunnen aanvoeren waarom zij niet tot beëindiging wenst over te gaan. Tot slot weegt mee dat er ook een emotioneel belang is om in de laatste levensfase op korte termijn duidelijkheid te krijgen over de afwikkeling van de arbeidsovereenkomst met het ziekenhuis, voor wie de werknemer nagenoeg zijn hele leven heeft gewerkt. Om al deze redenen zou het ziekenhuis op grond van goed werkgeverschap gehouden zijn tot opzegging van de arbeidsovereenkomst en betaling van de transitievergoeding over te gaan.
Conclusie
Deze uitspraak is opmerkelijk en het betreft hier een bijzondere casus. Dit arbitraal vonnis is niet in lijn met het oordeel van de reguliere rechtspraak van de kantonrechter of UWV tot op heden en volgt ook niet uit het Burgerlijk Wetboek. Eerdere pogingen van werknemers om langs die weg ontbinding met een transitievergoeding van een ‘slapende’ arbeidsovereenkomst te krijgen zijn immers in de rechtspraak gestrand (Klik hier voor de uitspraak (o.a. Hof Den Haag 14 oktober 2016; ECLI:NL:GHDHA:2016:3036). Omdat het na invoering van de Wet Werk & Zekerheid als onrechtvaardig werd geoordeeld dat werkgevers na twee jaar loondoorbetaling bij ziekte ook nog de transitievergoeding moesten betalen, is de Wet compensatie transitievergoeding in het leven geroepen. Op grond hiervan vergoedt het Werkloosheidsfonds van het UWV in 2020, met terugwerkende kracht tot 2015, onder bepaalde voorwaarden aan werkgevers de transitievergoeding. Het is zeer de vraag of het UWV of kantonrechters in toekomstige uitspraken ook een verplichting zullen aannemen tot opzegging op grond van goed werkgeverschap als het Scheidsgerecht heeft geoordeeld in deze specifieke zaak.