
COVID-19 op de werkvloer, maar geen schuld bij de werkgever
Werkgeversaansprakelijkheid kent een eigen (streng) regime. De rechtbank Midden-Nederland heeft zich in februari dit jaar uitgelaten over de vraag in hoeverre een ziekenhuis jegens een bij haar werkzame verpleegkundige aansprakelijk kan worden gehouden voor een beweerdelijk op de werkvloer opgelopen COVID-19 besmetting? Korte samenvatting: van (werkgevers)aansprakelijkheid is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake.
In deze zaak speelde het volgende.
Op 26 januari 2021 en 1 februari 2021 waren er op de afdeling Medium Care 2 patiënten positief getest op COVID-19. Een op de Medium Care werkzame verpleegkundige heeft deze patiënten verzorgd en in ieder geval handelingen verricht waarbij ze meerdere minuten achtereen binnen 1,5 meter van de patiënt is geweest. Op 2 februari 2021 ontwikkelde de verpleegkundige COVID-19 gerelateerde klachten en op 3 februari 2021 testte zij positief op COVID-19.
De verpleegkundige stelde zich op het standpunt dat zij de COVID-19 besmetting in de uitoefening van haar werkzaamheden had opgelopen en dat het ziekenhuis daarvoor op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk is.
Voor de beoordeling van werkgeversaansprakelijkheid is het allereerst de vraag of het voldoende aannemelijk is geworden dat de verpleegkundige in de uitoefening van haar werkzaamheden besmet is geraakt met COVID-19. Die vraag heeft de kantonrechter, gezien de feitelijke volgorde van gebeurtenissen en ondanks gemotiveerd verweer van het ziekenhuis, bevestigend beantwoord. De kans dat de verpleegkundige bij het ziekenhuis besmet is geraakt met COVID-19 is volgens de kantonrechter veel groter geweest, dan de kans dat zij in de privésituatie besmet is geraakt. De situatie dat de verpleegkundige zich heeft gehouden aan alle getroffen beschermingsmaatregelen en zij de persoonlijke beschermingsmiddelen heeft gebruikt, maakt dat naar het oordeel van de kantonrechter niet anders.
Het voorgaande brengt met zich dat het ziekenhuis in beginsel aansprakelijk is voor de gevolgen van de COVID-19 besmetting, tenzij het ziekenhuis aantoont dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. In het algemeen wordt niet snel aangenomen dat een werkgever aan haar zorgplicht heeft voldaan, maar naar het oordeel van de kantonrechter is dat in deze zaak wel het geval.
De kantonrechter overweegt daartoe allereerst dat de zorgplichtnaleving door het ziekenhuis moet worden gezien in de tijdsgeest van toen en de mogelijkheden die het ziekenhuis op dat moment had. Nu het ziekenhuis direct vanaf de beginfase van de COVID-19 pandemie maatregelen heeft getroffen om de verspreiding van het virus te voorkomen en zij, samengevat, telkens conform richtlijn heeft gehandeld, valt haar geen verwijt te maken.
Het voorgaande brengt met zich dat het ziekenhuis niet aansprakelijk is voor de gevolgen van de bij de verpleegkundige opgetreden COVID-19 besmetting. De vorderingen van de verpleegkundige worden dan ook afgewezen en de verpleegkundige wordt als ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.