
Blokkeringsrecht: een schild, geen zwaard
Bij een medische expertise wordt de persoon die is onderzocht, in de gelegenheid gesteld om gebruik te maken van zijn of haar blokkeringsrecht. Het blokkeringsrecht is bedoeld om de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene te beschermen. Uit een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland volgt dat het onterecht gebruik maken van het blokkeringsrecht consequenties kan hebben.
In deze procedure gaat het om een patiënte die het ziekenhuis aansprakelijk heeft gesteld voor de gevolgen van een niet geslaagde poging tot het plaatsen van een neurostimulator. Het ziekenhuis en diens aansprakelijkheidsverzekeraar hebben de aansprakelijkheid afgewezen, waarna partijen buiten rechte op gezamenlijk verzoek een expertise door een anesthesioloog hebben laten uitvoeren. De patiënte heeft evenwel een beroep gedaan op haar blokkeringsrecht. De advocaat van de patiënte schreef daarom aan de anesthesioloog dat het conceptrapport niet voldeed aan de Richtlijn Medisch Specialistische Rapportage en dat hij daarom zijn cliënte heeft geadviseerd om het conceptrapport te blokkeren. De patiënte is vervolgens een voorlopige deskundigenberichtprocedure gestart waarin zij de rechtbank heeft verzocht om een andere anesthesioloog of neuroloog als deskundige te benomen. Dat verzoek wordt echter afgewezen omdat patiënte, aldus de rechtbank, haar blokkeringsrecht heeft gebruikt om andere redenen dan waarvoor het bedoeld is.
De rechtbank overweegt in dat kader dat het blokkeringsrecht meebrengt dat wanneer iemand medisch wordt beoordeeld in opdracht van een ander, de beoordelend arts deze persoon de mogelijkheid moet geven om te beslissen of de medische gegevens die in het kader van die beoordeling worden gegenereerd, aan de opdrachtgever van die beoordeling mogen worden verstrekt of dat de onderzochte de bescherming van zijn/haar privacy laat prevaleren en het verstrekken van die medische gegevens daarom blokkeert. De rechtbank is echter van oordeel dat de patiënte het rapport niet heeft geblokkeerd vanwege privacyredenen, maar dat het blokkeringsrecht hier feitelijk is gebruikt om het buitengerechtelijke deskundigentraject te doorkruisen (omdat patiënte zich niet kon vinden in de bevindingen van de deskundige, althans in de wijze van beantwoording van de vragen) en daarmee uiteindelijk een nieuw deskundigenbericht af te dwingen.
De rechtbank is van oordeel dat het op de weg van de patiënte had gelegen om in de conceptronde opmerkingen te maken en/ of aanvullende vragen te stellen naar aanleiding van het conceptrapport, om de deskundige zo in staat te stellen daar inhoudelijk op te reageren.
Het verzoek van de patiënte om een andere anesthesioloog als deskundige te benoemen, acht de rechtbank dan ook in strijd met de goede procesorde en wordt daarom afgewezen. Datzelfde geldt voor het verzoek om een neuroloog als deskundige te benoemen. Een toewijzing van dat verzoek zou betekenen dat de hiervoor beschreven consequentie van het onterecht gebruik maken van het blokkeringsrecht zou kunnen worden omzeild door aan de rechtbank de keuze te laten om óf een anesthesioloog óf een neuroloog te benoemen.