Home Jurisprudentieoverzicht (medische) aansprakelijkheid maart 2024

Jurisprudentieoverzicht (medische) aansprakelijkheid maart 2024

Samengesteld aan de hand van https://uitspraken.rechtspraak.nl:

Medische aansprakelijkheid/medische kwesties

Hof bekrachtigt verbod zwarte lijsten artsen en andere medische beroepsbeoefenaren

ECLI:NL:GHARL:2024:1791
Zwarte lijsten medische beroepsbeoefenaren. Het voeren van een collectieve actie op grond van artikel 3:305a BW (in kort geding) is ook mogelijk als individuele partijen ook een vordering hadden kunnen instellen maar dat niet hebben gedaan. Vrijheid van meningsuiting versus recht op eerbiediging van eer en goede naam. De zwarte lijsten zijn afgeleid van het BIG-register en vinden daarin voor een deel hun feitelijke verankering. De zwarte lijsten gaan echter stelselmatig en in verschillende opzichten (veel) verder dan de openbare versie van het BIG-register zoals dat als BIG-register.nl online staat. Door het toevoegen van foto’s en in sommige gevallen adressen worden persoonlijke gegevens van artsen die in het BIG-register staan aan de openbaarheid prijsgegeven zonder dat daartoe aanleiding is, noodzaak bestaat of dat van toegevoegde waarde is ten aanzien van de openbaarmaking van tuchtrechtelijke maatregelen, zoals door BIG-register.nl reeds wordt gewaarborgd. Bovendien is gebleken dat SIN c.s. de zwarte lijsten niet steeds aanpast aan de actualiteit: op de zwarte lijsten blijven sommige tuchtmaatregelen zichtbaar nadat de zichtbaarheid in BIGregister.nl (meestal na 5 jaar; soms na 10 jaar) is verdwenen. In die zin wijken de zwarte lijsten dus af van het beschikbare feitenmateriaal van BIG-register.nl. Door deze verschillen tussen de openbare versie van het BIG-register en de zwarte lijsten wordt het systeem van openbaarmaking van tuchtrechtelijke maatregelen doorkruist. Verbod t.a.v. zwarte lijsten als geheel. Een minder vergaande maatregel, zoals een verbod op bepaalde pagina’s van de zwarte lijst, is praktisch niet goed uitvoerbaar (alleen al vanwege de vereiste actualiteit die steeds aanpassing van de lijsten zou vragen) terwijl het diffamerende karakter van het geheel in stand blijft.

Huisarts niet onzorgvuldig gehandeld bij uitschrijven stoprecept voor cholesterolverlagende medicatie

ECLI:NL:RBLIM:2024:1292
Medische aansprakelijkheid. Huisarts heeft niet onzorgvuldig gehandeld door een stoprecept voor cholesterolverlagende medicatie uit te schrijven. Vorderingen afgewezen.

Beroep op schending informatieplicht afgewezen wegens ontbreken causaal verband

ECLI:NL:RBROT:2024:2138
Medische fout? Darmperforatie na laparoscopie. Tussenvonnis Deskundigenbericht nodig voor beoordeling of bij de ingreep en in het natraject de nodige zorg in acht is genomen en zo nee, wat de situatie zou zijn als wel de nodig zorg zo zijn betracht. Beroep op schending informatieplicht verworpen omdat causaal verband ontbreekt.

Geen zwaarwegend belang bij afgifte medisch dossier door huisarts voor vaststellen wilsonbekwaamheid

ECLI:NL:RBGEL:2024:1215
Artikel 7:458a BW. Doorbreking geheimhoudingsplicht medische dossier huisarts alleen als zwaarwegend belang geschonden dreigt te worden. Geen concrete zwaarwegende aanwijzingen dat erflater bij het sluiten van een koopovereenkomst met een van zijn dochters en bij een schenking aan haar wilsonbekwaam was. Geen schending zwaarwegend belang door geheimhoudingsplicht, niet aannemelijk dat alleen medisch dossier opheldering kan geven.

Voorlopig deskundigenbericht

Benoeming orthopeed en fysiotherapeut toegewezen, vraagstelling “hoe hoort het te gaan, hoe is het gegaan?”

ECLI:NL:RBNHO:2023:14097
Medische aansprakelijkheid. Verzoek voorlopig deskundigenbericht toegewezen. Twee deskundigen. Benoeming orthopeed en fysiotherapeut.

Werkgeversaansprakelijkheid

Schoonmaker/niet-werknemer kan beroep doen op artikel 7:658 lid 4 BW

ECLI:NL:GHARL:2023:6290
Deelgeschil. Eigenaar van een schoonmaakbedrijf heeft bij werkzaamheden in een vleeswerkingsfabriek letsel opgelopen. Hof oordeelt dat de eigenaar (als niet-werknemer van de fabriek) een beroep kan doen op artikel 7:658 lid 4 BW.

Werkgever niet geslaagd in bewijslast voldaan aan zorgplicht en opzet of bewuste roekeloosheid van werknemer

ECLI:NL:GHSHE:2024:600
7:658 BW. Ernstig letsel aan arm van een werknemer tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Hij is geraakt door een aan een kraan bevestigde haak. Grief tegen bewijslastverdeling. Het is aan de werkgever om te stellen en te bewijzen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan of dat het ongeval het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De werkgever heeft dat niet aangetoond.

School niet aansprakelijk voor ongeval op schoolplein

ECLI:NL:RBAMS:2024:1638
Ongeval op schoolplein, geen schending zorgplicht werkgever.  Eiseres was pleinwacht. Een leerling is toen op een step tegen haar aangereden, waardoor ze allebei zijn gevallen. Eiseres heeft hierbij letsel opgelopen en houdt de school hiervoor aansprakelijk op grond van artikel 7:658 BW. Partijen zijn het erover eens dat gewoonlijk de pleinwacht bij het voetbalveldje zich zodanig opstelde dat deze zicht had op het schoolplein, door met de rug naar de naastliggende spoorlijn te staan. Dit was een maatregel ten behoeve van de veiligheid op het schoolplein, die bij eiseres bekend was. Zij heeft zich op 3 november 2020 echter anders gepositioneerd en wel zodanig dat zij geen zicht had op een deel van het schoolplein. Zij deed dat omdat de leerling met wie zij aan het voetballen was per se zelf met de rug naar de spoorlijn wilde staan. Maar dit laat onverlet dat er wel degelijk een bij eiseres bekende en adequate veiligheidsmaatregel gold voor de pleinwacht. Als eiseres deze maatregel had uitgevoerd, had het ongeval niet plaatsgevonden.

Beroep op verjaring asbest claim afgewezen, onvoldoende duidelijkheid relevante feiten

ECLI:NL:RBNNE:2023:5543
Werknemer stelt dat werkgever ogv artikel 7:658 BW aansprakelijk is voor schade die hij heeft geleden en in toekomst zal lijden als gevolg van blootstelling aan asbest bij werkgever. Deze vordering is volgens wettelijke regeling verjaard. In kader deelgeschilprocedure verzochte verklaring voor recht dat beroep van werkgever op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, wordt afgewezen. De weging die naar vaste rechtspraak volgens Hoge Raad in dit soort zaken dient plaats te vinden, kan hier niet worden gemaakt nu rechter daarvoor onvoldoende zicht heeft op alle relevante feiten, omdat partijen hierover va mening verschillen en voor nadere bewijslevering in deze procedure geen plaats is.

Voorlopig getuigenverhoor

Afwijzing verzoek voorlopig getuigenverhoor wegens onvoldoende belang, voorgenomen vordering geen kans van slagen

ECLI:NL:GHDHA:2024:201
Afwijzing verzoek voorlopig getuigenverhoor wegens onvoldoende belang. De voorgenomen vordering waarop het verzoek tot het houden van het voorlopig getuigenverhoor is gebaseerd heeft geen kans van slagen. Dit is geen medische zaak, maar de uitspraak is interessant vanwege de juridisch kader voor het ontbreken van een belang bij toewijzing van het verzoek voorlopig getuigenverhoor.

Afwijzen verzoek tot horen van arbeidsdeskundige wegens strijd met goede procesorde (art. 186 Rv)+ verzoek niet gericht op verkrijgen helderheid over feiten

ECLI:NL:GHARL:2024:1755
186 RV verzoek voorlopig getuigenverhoor, strijd met goede procesorde. Tussen partijen bestaat verschil van mening over het arbeidsongeschiktheidspercentage van verzoeker. Achmea heeft verzoeker ingedeeld in de arbeidsongeschiktheidsklasse van 65-80%. Achmea heeft zich daarbij gebaseerd op de bevindingen van de arbeidsdeskundige 1, uitgaande van het door de medisch adviseur van Achmea opgestelde beperkingenpatroon. Verzoeker heeft aangegeven dat hij moet worden ingedeeld in de arbeidsongeschiktheidsklasse 80-100% en heeft daarbij verwezen naar rapportages van de arbeidsdeskundige 2. Uit de stellingen van verzoeker blijkt naar het oordeel van het hof dat het verzochte voorlopig getuigenverhoor niet zo zeer is gericht op het verkrijgen van duidelijkheid ten aanzien van de feiten, maar veel meer op het verkrijgen van aanvullende (arbeids-)deskundige verklaringen van arbeidsdeskundige 2. Daarvoor is een voorlopig getuigenverhoor naar het oordeel van het hof niet het aangewezen instrument. Mede gelet op het feit dat de hoofdzaak zich in een vergevorderd stadium bevindt, waarbij beide partijen hun memories hebben genomen en de mondelinge behandeling op korte termijn zal plaatsvinden, weegt het belang van een efficiënte procesvoering in dit geval dan ook duidelijk zwaarder dan het belang van verzoeker bij het houden van het voorlopig getuigenverhoor. De eisen van een goede procesorde brengen daarom mee dat het verzoek van verzoeker wordt afgewezen.

Hoger beroep tegen toewijzing voorlopig getuigenverhoor afgewezen, wel ontvankelijk, maar geen doorbreking appelverbod

ECLI:NL:GHAMS:2023:3438
Appellant heeft a.s.r. aansprakelijk gesteld voor de schade die hij als gevolg daarvan stelt te lijden, omdat de botsing volgens hem door een verzekerde van a.s.r. is veroorzaakt doordat die door rood is gereden. A.s.r. heeft de aansprakelijkheid afgewezen. In eerste aanleg heeft a.s.r. verzocht een voorlopig getuigenverhoor te bevelen en appellant voert daartegen verweer. De rechtbank het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor bij de bestreden beschikking toegewezen, met veroordeling van appellant in de proceskosten. Van deze beslissing is appellant in hoger beroep gekomen. Appellant stelt dat de rechtbank artikel 186 Rv heeft toegepast met verzuim van essentiële vormen. Het hof oordeelt dat appellant ondanks appelverbod wel ontvankelijk is in het hoger beroep, omdat een beroep wordt gedaan op een doorbrekingsgrond. Dit beroep kan naar het oordeel van het hof echter niet tot doorbreking van het rechtsmiddelenverbod leiden. Geen sprake van verzuim van essentiële vormen. Hoger beroep afgewezen, geen doorbreking rechtsmiddelenverbod van artikel 188 lid 2 Rv.

Varia aansprakelijkheid

Bij telefonisch afgesloten allrisk verzekering gelden polisvoorwaarden: verzekerde moet betalingen aan benadeelden terugbetalen vanwege alcoholuitsluitingsclausule

ECLI:NL:RBAMS:2024:1502
Verzekeringsrecht. Verhaalsrecht artikel 15 lid 1 WAM en polisvoorwaarden. Artikel 8 Wegenverkeerswet. Alcoholuitsluiting. De rechtbank kan niet vaststellen dat verzekeringnemer ooit polisvoorwaarden heeft ontvangen. Dat betekent echter niet dat er voor de telefonisch afgesloten verzekering geen voorwaarden zouden gelden. Haviltex-maatstaf en aanvullende werking redelijkheid en billijkheid brengen de rechtbank tot het oordeel dat tussen partijen de gebruikelijke voorwaarden gelden die de verzekeraar op dat moment aanbood onder de aanduiding allrisk. De rechtbank volgt daarmee de vaste rechtspraak over de voorwaarden die gelden als een verzekeraar alleen mondeling voorlopige dekking verleent. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Alle omstandigheden van het geval relevant, niet alleen alcoholgehalte.

Vorderingen in verband met blootstelling aan chroom-6 afgewezen wegens niet voldoen aan stelplicht

ECLI:NL:GHSHE:2024:754
30 eisers stellen Nedtrain aansprakelijk voor gezondheidsschade wegens blootstelling aan chroom-6 tijdens werkzaamheden aan treinen in het kader van het project tROM in Tilburg. De vorderingen worden integraal afgewezen omdat niet is voldaan aan de stelplicht. Geïntimeerden hebben slechts gesteld dat zij allen in een bepaalde periode op het tROM-project hebben gewerkt. Per individuele geïntimeerde is niet gespecificeerd hoe lang en in welke periode(n) zij op het tROM-project hebben gewerkt en welke werkzaamheden ieder heeft verricht. Geïntimeerden hebben daarnaast slechts opgesomd aan welke klachten zij gezamenlijk lijden. Niet is gespecificeerd aan welke gezondheidsklachten elke individuele geïntimeerde lijdt en er zijn geen medische stukken overgelegd ter onderbouwing. Gelet op het gemotiveerde verweer volstaat dit niet, zodat de vorderingen worden afgewezen.

Schade

Vorderingen immateriële afgewezen, geen aantasting in de persoon en geen oogmerk immateriële schade toe te brengen

ECLI:NL:RBOBR:2024:601
Eiser vordert immateriële schade artikel 6:106 sub a en sub b BW na bedreiging. Niet gebleken van oogmerk om immateriële schade toe te brengen. Geen sprake van een zodanig ernstig feit dat een aantasting in de persoon op andere wijze zonder meer kan worden aangenomen. Vordering afgewezen.

Buitengerechtelijke kosten

Buitengerechtelijke kosten belangenbehartiger niet vergoed vanwege schending informatieplicht met betrekking tot kosten voor te verwachten werkzaamheden

ECLI:NL:GHAMS:2024:153
Opdrachtnemer vordert betaling van alle buitengerechtelijke kosten ineens vanwege tussentijdse overstap naar een andere belangenbehartiger. Schending precontractuele informatie informatieplicht met betrekking tot de prijs voor de overeengekomen diensten. Gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst van opdracht in de vorm van prijsvermindering. De omvang van de prijsvermindering wordt bepaald op het bedrag dat de verzekeraar bij de definitieve schaderegeling weigert te vergoeden voor zover betrekking hebbend op de door deze opdrachtnemer geleverde diensten. Vernietiging en gedeeltelijke toewijzing van het gevorderde.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven