Home COVID-19: Addendum bij re-integratie van zieke werknemers

Debby Kolk

Arbeidsrecht
/

COVID-19: Addendum bij re-integratie van zieke werknemers

Werkgevers die de verplichtingen op grond van de Wet verbetering Poortwachter niet nakomen, lopen het risico dat het UWV een (verlengde) loondoorbetalingsverplichting van maximaal 52 weken oplegt op grond van artikel 25 lid 9 WIA.

De maatschappelijke gevolgen van de door de overheid getroffen maatregelen in het kader van COVID-19 maken dat dit ook effect heeft op de wijze van beoordeling van deze re-integratie inspanningen in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter. In verband hiermee is er een addendum op de Werkwijzer Poortwachter. In het kader van de beoordeling van de re-integratie inspanningen dient een werkgever te beschrijven hoe de situatie in zijn bedrijf als gevolg van COVID-19 van invloed is (geweest) op het re-integratieproces of het herstel hiervan. Op grond hiervan zal worden vastgesteld of er voldoende argumenten zijn om een “deugdelijke grond” zoals in de Werkwijzer Poortwachter is beschreven aan te nemen. Een loonsanctie kan worden opgelegd om tekortkomingen in de re-integratie te herstellen. De werkgever moet hier dan ook wel toe in staat zijn. In het geval dit als gevolg van COVID-19 niet mogelijk is, wordt geen verlengde loondoorbetalingsverplichting opgelegd. Zie hiervoor deze website.

 

RIV-toets:

  • informatieverstrekking (is het dossier compleet): fysieke handtekening is niet nodig, termijnoverschrijding (in principe 5 werkdagen) beoordelen in het kader van COVID-19, waarbij, als de tijdigheid RIV/WIA dit toelaat, enige coulance aan de orde is;
  • belastbaarheid beoordeeld op basis van gegevens van de bedrijfsarts (eventueel in overleg met de verzekeringsarts);
  • Een loonsanctie wordt opgelegd om tekortkomingen in de re-integratie te herstellen. De werkgever moet hier dan ook wel toe in staat zijn. Als dit als gevolg van COVID-19 niet kan, wordt geen verlengde loondoorbetalingsverplichting opgelegd;
  • motiveren door werkgever waarom en gedurende welke periode re-integratie is gestagneerd;
  • bij verplichte bedrijfssluiting in verband met: COVID-19: de werkgever wordt verwacht de werknemer te re-integreren na heropening;
  • indien geen uitvoering kan worden gegeven aan (onderdelen van) een tweede spoor traject in verband met COVID-19 kan voor specifieke onderdelen tijdelijk worden opgeschort tot einde COVID-19 en vraagt om heroverweging en waar mogelijk bijstelling van het plan;
  • indien sprake is van fysiek niet kunnen uitvoeren van passend werk, bijvoorbeeld door werkvermindering werkaanbod werkgever of het niet meer kunnen realiseren van voldoende ondersteuning op de werkplek door een opgelegde COVID-19 maatregel;
  • dreigende betalingsonmacht door COVID-19 is geen reden om van een loondoorbetalingsverplichting af te zien. Het feit dat een werkgever niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen, kan niet betekenen dat de re-integratie inspanningen dan ons “voldoende” moeten worden beschouwd. Het kan evenmin gelden als een “deugdelijke grond” voor die “onvoldoende inspanningen”.

Er is geen sprake van een deugdelijke grond indien:

  • onvoldoende onderzoek is gedaan in spoor 1: eventueel arbeidsdeskundigen onderzoek vervangen door ander onderzoek;
  • spoor 2: kan in principe zoveel mogelijk worden voortgezet.
  • Re-integratie bureaus kunnen hun dienstverlening in veel gevallen ook op afstand organiseren;
  • Dreigende betalingsonmacht is nu en door COVID-19 geen reden om van een loondoorbetalingsverplichting af te zien.

Beoordelen bekortingsverzoek:

  • indien werkgever problemen heeft met het herstel van de tekortkoming adviseert UWV een bekortingsverzoek in te dienen;
  • werkgever motiveert in het bekortingsverzoek waarom en gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd;
  • Voor de beoordeling van het verzoek gelden dezelfde richtlijnen zoals genoemd bij het beoordelen van de deugdelijke grond en het herstel van de tekortkomingen.

Landelijke Loonsanctiecommissie (LLC):

  • het opleggen van een loonsanctie wordt eerst voorgelegd aan de LLC voor een bindend advies. De LLC toetst of de op te leggen loondoorbetalingsverplichting past binnen de grenzen van de redelijkheid, of deze voldoende beargumenteerd is en of voldaan is aan de verplichtingen, zoals hoor- en wederhoor. De LLC zal ook waken over de grenzen van redelijkheid in relatie tot COVID-19;
  • ook na de COVID-19 periode wordt bij de beoordeling rekening gehouden met de tijd waarin uitvoeren van re-integratie activiteiten beperkt mogelijk was.

Deskundigenoordelen:

  • werkgevers en werknemers kunnen tijdens de COVID-19 periode deskundigenoordelen aanvragen. UWV zal zo veel mogelijk op stukken en afstand het deskundigenoordeel uitvoeren. Als het niet mogelijk is om tot een inhoudelijk oordeel te komen, kan de werkgever bij latere RIV-beoordelingen niet worden verweten dat er bij stagnerende re-integratie geen deskundigenoordeel is aangevraagd gedurende deze COVID-19 periode. Het ontslaat de werkgever en de werknemer echter niet van de verplichting om andere wegen te zoeken om re-integratie zoveel mogelijk voort te zetten.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven