De impact van ontbrekende medische informatie
Het (niet) verstrekken van (aanvullende) medische informatie kan in bepaalde gevallen in de personenschade een langlopend discussiepunt zijn. Dat het niet verstrekken van bepaalde medische informatie kan leiden tot een afwijzing van een verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht, blijkt uit een deze maand gepubliceerde uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland.
In deze zaak staat een achteropaanrijding uit 2018 centraal. De benadeelde stelt als gevolg van deze aanrijding diverse klachten, waaronder nek-, rug-, hoofdpijn-, en cognitieve klachten, te hebben en volledig arbeidsongeschikt voor zijn beroep als vrachtwagenchauffeur te zijn geraakt. De schade van de benadeelde werd in behandeling genomen door de SVI-verzekeraar van de bij de aanrijding betrokken vrachtwagen.
De benadeelde verzocht de SVI-verzekeraar – aanvankelijk buiten rechte – mee te werken aan deskundigenonderzoeken door een neurochirurg en een neuropsycholoog, maar de SVI-verzekeraar stemde daar (nog) niet mee in. De (medisch adviseur van de) SVI-verzekeraar stelde als voorwaarde voor de deskundigenonderzoeken dat eerst diverse medische informatie, waaronder medische informatie van vóór de aanrijding, moet worden verstrekt. De (medisch adviseur van de) SVI-verzekeraar bracht in dat kader naar voren dat de deskundigen zich geen goed beeld kunnen vormen van de ongevalsgevolgen en de situatie van vóór de aanrijding. Temeer nu er volgens de (medisch adviseur van de) SVI-verzekeraar aanwijzingen zijn dat de benadeelde reeds voor de aanrijding kampte met psychische en cognitieve klachten.
De benadeelde stemde niet in met het verstrekken van meer medische informatie en startte een voorlopig deskundigenberichtprocedure, waarin hij de rechtbank verzocht een neurochirurg en een neuropsycholoog als deskundigen te benoemen. De SVI-verzekeraar voerde gemotiveerd verweer en stelde zich op het standpunt dat het verzoek prematuur is, nu de benadeelde in verzuim blijft om diverse medische informatie te verstrekken. Dat verweer slaagt.
De rechtbank overweegt in dat kader dat er op dit moment onvoldoende (medische) informatie voorhanden is en dat bij gebrek aan die informatie op dit moment niet met voldoende zekerheid kan worden aangenomen of de aanrijding de (enige) oorzaak is voor de door de benadeelde gestelde klachten. Daarmee kan niet worden aangenomen dat het door de benadeelde voorgestelde deskundigenonderzoek op dit moment kan bijdragen aan de vaststelling van de schade, aldus de rechtbank.
De rechtbank concludeert tot afwijzing van het verzoek, nu het prematuur is en daarmee in strijd met de goede procesorde.