Het indienen van een frauduleuze claim leidt tot vergoeding van de kosten van een ongevallenanalyse, de kosten van een deskundige én interne onderzoekskosten
Nadat er een claim was ingediend over een aanrijding die op 29 juni 2020 had plaatsgevonden, ontwikkelde zich bij de betrokken aansprakelijkheidsverzekeraar een spreekwoordelijk ‘niet-pluis-gevoel’. Na de nodige onderzoeken kwam de aansprakelijkheidsverzekeraar tot de conclusie dat er sprake is geweest van een frauduleuze claim, waarna zij het voorgaande uiteindelijk aan de kantonrechter heeft voorgelegd. De kantonrechter volgt de aansprakelijkheidsverzekeraar en wijst haar vordering die ziet op vergoeding van kosten die zij heeft moeten maken als gevolg van de frauduleuze claim toe. In deze zaak gaat het om het volgende.
Op 29 juni 2020 vond er een aanrijding plaats tussen een BMW en een Citroën. De bestuurder van de BMW maakte hier de volgende dag melding van bij de aansprakelijkheidsverzekeraar van de BMW. Volgens de bestuurder van de BMW verleende de Citroën hem geen voorrang op een rotonde, waarna de Citroën tegen de BMW zou zijn aangereden.
Door de aansprakelijkheidsverzekeraar werd naar aanleiding van de claim een deskundige ingeschakeld. De deskundige kwam tot de conclusie dat de schade afkomstig is van meerdere evenementen én dat het schadebeeld van de BMW niet overeenkomt met de door de bestuurder opgegeven toedracht. De deskundige constateerde namelijk het volgende:
- het plaatwerk aan de rechterzijde van de BMW is op drie verschillende plaatsen naar binnen gedrukt;
- een aanrijding op een rotonde kan niet leiden tot het schadebeeld van de Citroën dat wijst op een aanrijding bij stilstand;
- een aanrijding op een rotonde kan niet leiden tot het schadebeeld van de BMW dat duidt op meerdere botsingen;
- de krassen op de Citroën zijn verticaal, wat duidt op een botsing met een stilstaande auto, en die op de BMW horizontaal, wat duidt op beweging van de auto tijdens het ontstaan van de schade.
Hierna werd op advies van de deskundige een ongevallenanalyse verricht, daarin werd bevestigd dat de schade aan de BMW van meerdere evenementen afkomstig is en dat de geschetste toedracht niet overeenkomt met het schadebeeld. Verder werd onder meer duidelijk dat de Citroën een gehuurde auto betreft en dat de huurder valse gegevens heeft gebruikt. De huurder van de Citroën wilde verder ook niet meewerken aan het onderzoek.
De aansprakelijkheidsverzekeraar kwam op basis van het voorgaande tot de conclusie dat de bestuurder van de BMW opzettelijk een onjuiste toedracht heeft opgegeven om zo een (hogere) uitkering te krijgen, ook heeft zij de indruk dat de aanrijding in scéne is gezet om meerdere schades te kunnen claimen. Door de aansprakelijkheidsverzekeraar werd geen dekking verleend en door haar werden de kosten van de deskundige, de kosten van de ongevallenanalyse en de interne onderzoekskosten ad € 3.499,73 bij de bestuurder van de BMW teruggevorderd. De kosten werden echter niet voldaan, waarna door de aansprakelijkheidsverzekeraar een procedure werd gestart.
De kantonrechter is van oordeel dat de aansprakelijkheidsverzekeraar aan de hand van voornoemde rapporten voldoende onderbouwd heeft gesteld dat de bestuurder van de BMW opzettelijk een voorstelling van zaken heeft gegeven die feitelijk onjuist is. Voor de kantonrechter staat het dan ook vast dat er een frauduleuze claim is ingediend, hetgeen onrechtmatig is jegens de aansprakelijkheidsverzekeraar. De bestuurder van de BMW is dan ook gehouden om alle vermogensschade die de aansprakelijkheidsverzekeraar hierdoor heeft geleden te vergoeden. De kantonrechter veroordeelt de bestuurder van de BMW om aan de aansprakelijkheidsverzekeraar het gevorderde bedrag ad € 3.499,73 te betalen, evenals de proceskosten.