Home Hof herstelt arbeidsovereenkomst tussen orthopedisch chirurg en ziekenhuis na een onvoldoende bewezen verstoorde arbeidsverhouding

Hof herstelt arbeidsovereenkomst tussen orthopedisch chirurg en ziekenhuis na een onvoldoende bewezen verstoorde arbeidsverhouding

Bij beschikking van 22 oktober 2024 heeft het Hof Amsterdam de arbeidsovereenkomst van orthopedisch chirurg X met terugwerkende kracht hersteld.  

Wat was er aan de hand?

Sinds 15 juni 2002 was X bij het ziekenhuis in dienst als orthopedisch chirurg. Het ziekenhuis hanteert een gedragscode en verstrekt jaarlijks feedbackrapportages. In 2014 kreeg X bij het jaarlijkse feedbackrapport een negatieve beoordeling op bejegening, communicatie en feedback geven. Het ziekenhuis had meerdere klachten ontvangen over de houding, communicatie en gedrag van X. In de jaren daarna, 2015 tot en met 2019, scoorde X wederom negatief op deze punten. Over de inhoudelijke kwaliteiten kreeg X altijd een positieve beoordeling van het ziekenhuis. In 2020 heeft geen feedbackrapportage plaatsgevonden. De rapportages van 2021 en 2022 zijn niet door het ziekenhuis overgelegd.

X heeft in 2016 coaching gevolgd om te werken aan zijn manier van communiceren, bejegenen en feedback geven. Het ziekenhuis kreeg echter opnieuw klachten over de houding, communicatie en het gedrag van X en er hebben zich vervolgens meerdere incidenten voorgedaan. Er vonden aanvaringen/hoog opgelopen meningsverschillen plaats tussen X en verschillende collega’s (aios en verpleegkundigen) en enkele collega’s gaven aan zich onbeschoft bejegend te voelen. Reden waarom X in november 2022 een officiële waarschuwing kreeg van het ziekenhuis.

In december 2022 ontving het ziekenhuis opnieuw klachten over ongewenst gedrag van X waaruit bleek dat het leerklimaat als bedreigend en onveilig werd ervaren. Het ziekenhuis is hierover met X in gesprek gegaan, waarna X betaald verlof heeft gekregen en opnieuw coaching is gaan volgen. In januari 2023 is een mediation tussen X en collega’s gestart, maar deze is in maart 2023 beëindigd zonder dat een oplossing was bereikt. Het ziekenhuis bleef klachten ontvangen over X, waarna zij een voorstel hebben gedaan om het dienstverband met wederzijds goedvinden te beëindigen. Hiertoe is het echter niet gekomen, waarna het ziekenhuis de kantonrechter heeft verzocht de arbeidsovereenkomst met X te beëindigen wegens primair een verstoorde arbeidsverhouding en subsidiair wegens ernstige verwijtbaarheid van X of meer subsidiair op de cumulatiegrond.

De kantonrechter heeft de verzochte ontbinding op grond van een verstoorde arbeidsverhouding uitgesproken en aan X een transitievergoeding toegekend. De verstoring ziet volgens de kantonrechter met name op de horizontale verhouding waarbij medewerkers zich niet langer veilig voelen om met X te werken. X is hiertegen in hoger beroep gegaan.

Wat oordeelt het Hof?

In hoger beroep ligt de vraag voor of de kantonrechter de arbeidsovereenkomst terecht heeft ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Volgens het hof zijn de aangevoerde feiten en omstandigheden onvoldoende om een ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding te rechtvaardigen. Redengevend daarvoor is in de eerste plaats dat het ziekenhuis niet altijd volledig is geweest met het presenteren van de feiten en omstandigheden. Zo had het ziekenhuis enkel de negatieve jaarlijkse feedbackrapportages over de periode 2014 tot en met 2019 overgelegd, maar niet de positieve beoordelingen over het jaar 2021 en 2022. In de tweede plaats merkt het hof op dat de kantonrechter bij de beoordeling van de verzochte ontbinding onvoldoende oog heeft gehad voor de omstandigheden waarin X zich bevond.

X was de enige orthopedisch chirurg die traumatologie als 100% vakgebied heeft, draaide twee keer zoveel traumadiensten als zijn collega’s, heeft te maken met kwesties van leven of dood, voerde ingewikkelde en langdurige operaties uit en stond onder hoge tijdsdruk. Het hof kan zich voorstellen dat de communicatie daardoor onder druk kwam te staan. In dat kader merkt het hof op dat zij de indruk heeft gekregen dat het gedrag van X zeer sterk inhoudelijk gedreven is geweest, waarbij het patiëntbelang en de patiëntveiligheid altijd voorop stond. Op het gedrag van X valt volgens het hof zeker iets aan te merken, maar het rechtvaardigt geen ontbinding. Daar speelt, in de derde plaats, bij mee dat aan X een verbetertraject is aangeboden, maar hij deze nooit heeft mogen afronden en dus geen resultaten heeft kunnen laten zien, maar ook dat hem mediation met de klagende collega’s is voorgehouden maar deze nooit (concreet) is aangeboden. X heeft inmiddels coaching gevolgd en deze is succesvol afgerond. Tot slot, in de vierde plaats, is een groot aantal steunbetuigingen in het geding overgelegd, die het beeld omtrent het samenwerkingsvermogen van X als collega nuanceren. Naar het oordeel van het hof heeft het ziekenhuis met het voorgaande onvoldoende onderbouwd dan wel bewezen dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding tussen X en zijn collega’s.

Kort en goed komt het hof tot het oordeel dat geen sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding die een ontbinding kan rechtvaardigen. Ontbinding kan volgens het hof evenmin slagen op een andere redelijke ontslaggrond. Het hof herstelt daarom de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2024. Dat terugkeer van X tot onoverkomelijke problemen zou leiden -zoals door het ziekenhuis gesteld- is volgens het hof onvoldoende aannemelijk geworden, gelet op de succesvolle coaching en steunbetuigingen. X dient de transitievergoeding aan het ziekenhuis terug te betalen. Het verzoek van X tot wedertewerkstelling wordt toegewezen met ingang van 1 december 2024 en op straffe van een dwangsom van € 10.000,- tot een maximum van € 750.000,-. Het ziekenhuis wordt veroordeeld in de proceskosten, alsook tot een vergoeding van € 25.000,- aan kosten rechtsbijstand van X.

Les voor de praktijk

Deze uitspraak bevestigt dat, voor een geslaagde ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding, niet alleen sprake moet zijn van een ernstige verstoorde arbeidsrelatie, maar bovenal van een duurzame verstoring van de arbeidsrelatie. De verstoring moet langere tijd aanwezig zijn en herstelpogingen moeten niet hebben gewerkt.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven