Home Hoge Raad bevestigt maatstaf voor vergoeding van interne (loon)kosten  

Hoge Raad bevestigt maatstaf voor vergoeding van interne (loon)kosten  

Wanneer een wettelijke verplichting tot schadevergoeding bestaat, komen op grond van artikel 6:96 lid 2 BW ook de kosten voor vergoeding in aanmerking die door de benadeelde zijn gemaakt ter voorkoming, beperking en vaststelling van de schade en ter verkrijging van voldoening buiten rechte. Het is vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat ook de redelijke kosten die gepaard zijn gegaan met de inzet van eigen personeel, onder deze categorie vergoedbare schadeposten kunnen vallen. De Hoge Raad heeft in zijn recente arrest van 17 juni 2022 bevestigd dat het voor het succesvol kunnen vorderen van vergoeding van deze interne kosten, niet bepalend is of er als gevolg van de schadeveroorzakende gebeurtenis ook daadwerkelijk meer of andere (interne) kosten zijn gemaakt.

In de zaak die bij de Hoge Raad voorlag ging het – kort weergegeven – om het volgende. De gemeente Veendam heeft een aantal kavels verkocht aan derden en hiertoe heeft zij aan een aantal notarissen opdracht gegeven om de leveringsakten te passeren. Bij het passeren van de akten hebben de notarissen echter een beroepsfout gemaakt. Zij hebben namelijk over het hoofd gezien dat niet de Gemeente, maar een derde eigenaar van deze kavels was en dat daarop nog een hypotheekrecht rustte. De Gemeente heeft vervolgens gezocht naar een manier om de kopers van de desbetreffende kavels alsnog eigenaar te laten worden, hetgeen uiteindelijk (middels het sluiten van een vaststellingsovereenkomst) is gelukt.

De Gemeente heeft de notarissen aansprakelijk gesteld voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van de beroepsfout. Zij vordert in onderhavige procedure onder andere een vergoeding van ruim € 50.000,- voor de interne (loon)kosten die de Gemeente als gevolg van deze beroepsfout heeft gemaakt. Dit omdat het personeel van de Gemeente uiteindelijk vele werkuren in deze zaak heeft moeten steken, hetgeen de Gemeente middels een urenverantwoording heeft bijgehouden.

Het gerechtshof heeft de vordering tot vergoeding van de interne kosten afgewezen. Het gerechtshof overwoog hiertoe dat het, voor het kunnen vorderen van vergoeding van interne kosten, bepalend is of de Gemeente als gevolg van de fout van de notarissen, meer of andere (interne) kosten heeft moeten maken. Volgens het gerechtshof had de Gemeente niet aangetoond dat dat het geval was. Het enkele feit dat het reeds in dienst zijnde personeel werkzaamheden had uitgevoerd, is daarvoor volgens het gerechtshof onvoldoende.

De Hoge Raad oordeelt anders. Hij overweegt dat op grond van artikel 6:96 lid 2 BW, als vermogensschade mede voor vergoeding in aanmerking komen de redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade, redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, en redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte. De Hoge Raad overweegt vervolgens dat het gerechtshof heeft miskend dat ook interne kosten, voor zover zij redelijk zijn, op grond hiervan voor vergoeding in aanmerking kunnen komen en dat het daarbij niet relevant is of deze kosten zien op reguliere werktijd van de medewerkers van de benadeelde. Nu het gerechtshof dit heeft miskend, vernietigt de Hoge Raad het arrest van het gerechtshof.

Het aansprakelijkheidsrecht beoogt de benadeelde zo veel mogelijk in de (financiële) positie te brengen waarin hij zonder schadeveroorzakende gebeurtenis zou hebben verkeerd. De schade wordt dan ook berekend door de hypothetische situatie waarin de schadeveroorzakende gebeurtenis zich niet zou hebben voorgedaan, te vergelijken met de feitelijke situatie met de schadeveroorzakende gebeurtenis. In onderhavige zaak zou gesteld kunnen worden dat de Gemeente ook zonder de beroepsfout van de notarissen, (dezelfde) loonkosten aan haar personeel had moeten betalen en dat er dus op dat vlak geen sprake is van schade. Waar het in dit geval echter om gaat, is dat de ambtenaren in kwestie tijdens hun reguliere werktijd niet hun reguliere werkzaamheden hebben kunnen uitvoeren. De Gemeente heeft dus daardoor het resultaat van die reguliere werkzaamheden tegenover de door haar betaalde loonkosten, moeten missen.[1] Hierdoor levert het inzetten van eigen personeel voor de te nemen maatregelen als gevolg van de schadeveroorzakende gebeurtenis, in dit geval (toch) vergoedbare schade voor de Gemeente op.

[1] Vgl. HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1278 en HR 19 december 1975, ECLI:NL:HR:1975:AC5664, NJ 1976/280.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven