
Huisarts handelt niet onzorgvuldig door een stoprecept uit te schrijven
De rechtbank Limburg heeft zich eerder dit jaar moeten buigen over de volgende vraag: heeft een huisarts jegens haar patiënt onzorgvuldig gehandeld in de zin van artikel 7:453 BW door een ‘stoprecept’ voor het cholesterolverlagende medicijn simvastatine uit te schrijven? De rechtbank heeft die vraag ontkennend beantwoord.
Eiser in deze procedure was een voormalig patiënt van de huisartsenpraktijk waar gedaagde als huisarts werkzaam was. De patiënt kreeg gedurende de behandelperiode diverse medicatie voorgeschreven, waaronder simvastatine (= een medicijn dat onder andere het cholesterol verlaagt in het bloed). De huisarts had op een bepaald moment evenwel een stoprecept afgegeven voor het medicijn simvastatine. Enkele maanden later kreeg de patiënt een herseninfarct.
De patiënt stelt primair dat aan de zijde van de huisarts sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de behandelingsovereenkomst, en subsidiair dat aan de zijde van de huisarts sprake is van een onrechtmatige daad. Volgens de patiënt heeft hij door het afgeven van het stoprecept de herseninfarct opgelopen. Bovendien stelt de patiënt dat de huisarts zijn informatieplicht in de zin van artikel 7:448 BW heeft geschonden, nu zij hem niet heeft gewezen op de risico’s van het stoppen met het medicijn. Voorts zou de huisarts niet genoeg toezicht hebben gehouden na het uitschrijven van het stoprecept.
De huisarts betwist dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld en voert gemotiveerd verweer. De huisarts stelt juist dat zij er op een bepaald moment achter is gekomen dat de patiënt op eigen initiatief is gestopt met het innemen van simvastatine. Om aansluiting bij deze feitelijke situatie te zoeken heeft zij toen een stoprecept uitgeschreven. Ook stelt de huisarts dat de patiënt op het desbetreffende moment nog niet bekend was met hoog cholesterol, zodat een cholesterolverlager toen nog niet noodzakelijk was.
De rechtbank stelt op basis van het huisartsenjournaal van de patiënt vast dat de patiënt inderdaad zelf gestopt was met het innemen van simvastatine. De rechtbank overweegt daarbij dat zij ervan uitgaat dat de aantekeningen in het medisch dossier juist zijn, tenzij de patiënt kan aantonen dat dit niet het geval is.
De rechtbank gaat verder ook niet mee in de stelling van de patiënt dat het stoprecept hoe dan ook niet had mogen uitgeschreven worden. Het staat voor rechtbank namelijk vast dat het cholesterolgehalte van de patiënt kort (5 dagen) voor het stopzetten van de simvastatine) was gecontroleerd en dat de cholesterolwaarde van de patiënt toen goed en ruim onder streefwaarde bleek.
De rechtbank stelt verder vast dat uit het huisartsenjournaal volgt dat in de periode na het consult diverse afspraken met de patiënt zijn gemaakt, maar dat de patiënt op deze afspraken zelf niet is verschenen. Onder die omstandigheden kan de huisarts niet verweten worden dat zij onvoldoende toezicht en controle heeft gehouden op zijn gezondheidssituatie na afgifte van het stoprecept, aldus de rechtbank.
De rechtbank concludeert dan ook dat de huisarts als een redelijk bekwaam en redelijk handelend huisarts heeft gehandeld en dat van een tekortkoming in de nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst en/of een onrechtmatige daad aan de zijde van de huisarts geen sprake is.