Home Jurisprudentieoverzicht Gezondheidsrecht augustus 2022

KBS

Jurisprudentieoverzicht Gezondheidsrecht augustus 2022

Zorgverzekeringswet
ECLI:NL:RBMNE:2022:1966
Is de zorgverzekeraar gehouden de kosten voor een GGZ-behandeling van de verzekerden te vergoeden? Nee, de behandelingen voldoen niet aan de polisvoorwaarden en kwaliteitsstatuten, onder meer omdat de regiebehandelaar niet alle in de kwaliteitsstatuten voor de regiebehandelaar opgenomen verplichtingen heeft uitgevoerd.

ECLI:NL:RBDHA:2022:8298
Vordering zorgverzekeraar op zorgverlener tot terugbetaling declaraties afgewezen. Dat zorgverlener niet heeft meegewerkt aan materiële controle is onvoldoende onderbouwd. Dat wél verstrekte informatie niet voldoet aan eisen, is pas op zitting – en dus te laat – aangevoerd.

ECLI:NL:RBDHA:2022:7370
Zorgverlener werkt onvoldoende mee aan controle van zorgdeclaraties door de zorgverzekeraar. Administratie bij de zorgverlener schiet ernstig tekort. Voldoende ernstig voor persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder.

Wmo 2015
ECLI:NL:RBGEL:2022:4138
Gemeente vordert ontbinding raamovereenkomst met zorgverlener in verband met onvoldoende geschoold personeel. Deels toegewezen, met toepassing van 6:272 BW (waardevergoeding).

Wkkgz
ECLI:NL:GHSHE:2022:2693
Vordering tot inzage in medisch dossier na zelfdoding. Inzagerecht nabestaanden volgens art. 7:458a, onder b en c, BW. Zwaarwegend belang: vermoeden van medische fout. Geen vastgelegde wil van overledene om inzage ook na haar overlijden aan nabestaanden te ontzeggen. Ambtshalve beperking van inzage tot gegevens die verband houden met de zelfdoding.

ECLI:NL:RBZWB:2022:4592
Aanwijzing op grond van artikel 27, eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en openbaarmaking van een inspectierapport.

ECLI:NL:RBDHA:2022:6830
Handhavingsverzoek. Weesgeneesmiddel. Bereiding door apotheek. Magistrale bereiding, geen vergunningplicht.

Toezicht
ECLI:NL:RVS:2022:2395
Handhavingsverzoek aan IGJ in verband met het onthouden van geestelijke gezondheidszorg aan arrestanten opgesloten in politiecellencomplexen. De Afdeling oordeelt dat [appellant], ex-gedetineerde, geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2 Awb. Hij heeft geen voldoende objectief bepaalbaar, actueel, eigen en persoonlijk belang dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt nu het doel van [appellant] met het handhavingsverzoek is om te voorkomen dat anderen in een dergelijke situatie terecht komen.

Registratie
ECLI:NL:RVS:2022:2526
Bij besluit van 24 september 2019 heeft de minister voor Medische Zorg de aanvraag van een Duitse apotheker (‘Apothekerin’) om als apotheker in het zogenoemde BlG-register te worden geregistreerd afgewezen. De Apothekerin heeft in Duitsland op 2 augustus 2013 haar universitair diploma “Pharmazeutische Prüfung” behaald en zij mag sindsdien de titel “Apothekerin” voeren. Vanaf 2 augustus 2013 tot en met 31 oktober 2016 heeft zij in Duitsland als “Apothekerin” gewerkt. Gedurende deze periode stond zij ingeschreven in de regionale registers, de Apothekerkammer van Hesse en de Apothekerkammer van Westfalen-Lippe. Sinds 1 november 2016 is de Apothekerin als “pharmacist” werkzaam bij de Nederlandse postorder-apotheek DocMorris N.V. Zij heeft op 14 juni 2019 een aanvraag bij de minister ingediend om haar in Duitsland behaalde diploma te erkennen en als apotheker in het BIG-register te worden geregistreerd. De minister heeft de aanvraag afgewezen. De Afdeling verklaart het beroep van de Apothekerin gegrond en oordeelt onder meer dat onverkorte tegenwerping van de voorwaarde dat de werkonderbreking maximaal twee aaneengesloten kalenderjaren mocht duren in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.

Samenwerking
ECLI:NL:RBMNE:2022:2252
Onrechtmatige toegangsontzegging medisch specialist. Begroting gederfde inkomsten specialist. Schatten omvang (toekomstige) schade (6:97 BW en 6:105 BW). Stelplicht en bewijslast bij begroting schade. (Vervolg op: ECLI:NL:RBMNE:2021:6394).

ECLI:NL:RBNHO:2022:6570
Kort geding. Afwijzing vordering tot staken werkzaamheden als osteopaat op grond van overeengekomen concurrentiebeding. Uitleg maatschapsovereenkomst volgens het Haviltex-criterium. Gedaagde heeft het concurrentiebeding niet geschonden door na opzegging van de fysiotherapiemaatschap verder te gaan als osteopaat. Gedaagde heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de behandelingen van een osteopaat verschillen van de behandelingen van een fysiotherapeut. De SBI-code die de Kamer van Koophandel gebruikt is niet van belang voor de beantwoording van de vraag of gedaagde het concurrentiebeding overtreedt. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat gedaagde ook als fysiotherapeut werkzaam is en ook niet dat gedaagde eiseres feitelijk concurrentie aandoet door patiënten weg te lokken.

Woon-/zorgovereenkomst
ECLI:NL:RBDHA:2022:8331
Kort geding. Vordering continueren zorg en dienstverlening afgewezen. Opzegging overeenkomst na meerdere geweldsincidenten en waarschuwingen was niet onrechtmatig. Voldoende zwaarwegende omstandigheden.

Overig
ECLI:NL:RBMNE:2021:6209
Subsidie Bonus Zorgprofessionals COVID-19 terecht afgewezen. Aanvrager voldeed niet aan de subsidievoorwaarden. Onvoldoende is gebleken dat eiseres hoofd- en nevenactiviteit uitvoert die in de bijlage van de subsidieregeling is opgenomen.

ECLI:NL:RBROT:2022:6457
Vordering dat zorgverzekeraars instemmen met aangeboden akkoord in schuldsaneringsregeling afgewezen. Verzoekster is eerder veroordeeld wegens zorgfraude. Onbetwist is aangevoerd dat verzoekster opnieuw een zorginstelling heeft opgericht en dat opnieuw gekeken wordt of hier sprake is van fraude. Onvoldoende aannemelijk dat vorderingen niet te goeder trouw onbetaald zijn gebleven.

ECLI:NL:GHAMS:2022:2333
Ontbinding arbeidsovereenkomst. Het hof oordeelt dat niet is komen vast te staan dat de door bewoners van een zorginstelling over werknemer geuite klachten terecht zijn en dat werknemer zich heeft schuldig gemaakt aan (een poging tot) diefstal van cadeaubonnen, dan wel dat hij zich intimiderend tegenover bewoners heeft gedragen. Het klachtenformulier is niet door de bewoners zelf opgesteld, maar door een medewerker van de zorginstelling. Werknemer weerspreekt de beschuldigingen gemotiveerd en de zorginstelling wenst de betreffende bewoners niet als getuigen op te roepen. Daarmee is niet komen vast te staan dat werknemer (ernstig) verwijtbaar heeft gehandeld. Wel was sprake van een ernstig verstoorde arbeidsrelatie, zodat de arbeidsovereenkomst terecht door de kantonrechter is ontbonden. Werknemer krijgt een transitievergoeding, maar geen billijke vergoeding, omdat ook niet is komen vast te staan dat werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

ECLI:NL:RBAMS:2022:4047
Geschil tussen het VU medisch centrum en twee (voormalig) onderzoekers over de financiële afwikkeling van een uitvinding; uitleg van de gemaakte afspraken, Haviltex.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven