KFC aansprakelijk voor val van trapje in restaurant?
Een vrouw is in 2014 in een vestiging van KFC ten val gekomen toen zij van een verhoogd plateau met trapafstapje wilde stappen. Hierbij heeft zij een meervoudige beenbreuk opgelopen. De vrouw houdt KFC aansprakelijk voor de gevolgen van haar val en is hiertoe een procedure bij de rechtbank Den Haag gestart.
De rechtbank begint met het schetsen van de situatie ten tijde van de val. In de betreffende vestiging van KFC was sprake van een verhoogd plateau met een trapafstapje. Op het plateau bevond zich een grote trap naar de bovenverdieping, die haaks op het plateau stond. Kort na het ongeval is de betreffende vestiging van KFC verbouwd, zoals al voor het ongeval was gepland. Het plateau met trapafstapje is daarbij vervangen. Doordat er camerabeelden van de val in het geding zijn gebracht, is het voor de rechtbank mogelijk om vast te stellen hoe de vrouw precies is gevallen. Op de camerabeelden is te zien dat eerst de dochters van de vrouw van de grote trap afkomen en vervolgens van het plateau afspringen. Daarna is te zien dat de vrouw van de grote trap afkomt en zij dan enkele seconden stilstaat op het plateau, waarbij zij om zich heen kijkt. Vervolgens kijkt de vrouw in de richting van het trapafstapje en vervolgt zij haar weg naar beneden. Hierbij zet zij haar hak van haar linkerschoen op de rand van de onderste traptrede, waarna zij ten val komt.
De vrouw houdt KFC op grond van artikel 6:174 in verbinding met artikel 6:181 BW aansprakelijk voor de gevolgen haar val. Deze artikelen bepalen dat als een gebrekkige opstal (dat wil zeggen: een opstal dat niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen) wordt gebruikt in de uitoefening van een bedrijf, de aansprakelijkheid in beginsel rust op degene die dit bedrijf uitoefent. De vrouw stelt dat het plateau met trapafstapje gebrekkig was omdat de afmetingen van de treden van het trapafstapje niet conform het bouwbesluit waren en omdat het plateau en het trapafstapje niet waren voorzien van (duidelijke) markeringen en een trapleuning.
De rechtbank overweegt als eerste dat het volgens de rechtspraak van de Hoge Raad bij het antwoord op de vraag of een opstal gebrekkig is, “neerkomt op de vraag of deze, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk is, waarbij ook van belang is hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn.” Deze maatstaven komen overeen met de zogenoemde “kelderluikcriteria”.
De rechtbank oordeelt dan dat de vrouw niet heeft aangetoond dat de afmetingen van de treden in strijd met het bouwbesluit waren. Ook de stelling dat het plateau met trapafstapje gebrekkig was vanwege het ontbreken van veiligheidsmarkeringen en een trapleuning, wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank overweegt daartoe dat het aanbrengen van veiligheidsmarkeringen en een trapleuning in deze situatie op grond van het bouwbesluit geen vereiste is. Verder is niet gesteld of gebleken dat er eerder en/of vaker gebruikers van de trap ter hoogte van het trapafstapje ten val zijn gekomen, waaruit de rechtbank de conclusie trekt dat de kans klein is dat een afdaling van het trapafstapje tot een valpartij zou leiden. Bovendien ligt het volgens de rechtbank in de lijn der verwachting dat – gezien de geringe hoogte van het trapafstapje – de gevolgen die uit een eventuele val zouden kunnen ontstaan waarschijnlijk tot zogenaamd “klein leed” beperkt blijven. Dat de schade bij de vrouw helaas ernstiger was, maakt dat niet anders.
Tot slot overweegt de rechtbank dat KFC ook niet op grond van de kelderluikcriteria verplicht was extra veiligheidsmaatregelen te treffen. Zij overweegt hiertoe dat het plateau en trapafstapje een geheel andere inrichting hebben dan de grote trap, dat op het plateau een aantal passen moet worden gezet voordat men van het plateau kan afstappen en dat een wijziging van de looprichting vereist is voordat je bij het trapafstapje komt. Dit alles zorgt ervoor dat men gedwongen wordt oplettend te zijn en te anticiperen op het trapafstapje, aldus de rechtbank. Uit de camerabeelden volgt ook dat de vrouw dit heeft gedaan. Zij is immers even stil gaan staan op het plateau en heeft rondgekeken voordat zij verder naar beneden is gegaan. Hier komt nog bij dat het plateau met trapafstapje zich in een goed verlichte ruimte bevond, goed zichtbaar was en een geringe hoogte ter overbrugging betrof.
De rechtbank komt op grond van het bovenstaande tot de conclusie dat van een gebrekkig trapafstapje of van onrechtmatige gevaarzetting geen sprake was. KFC kan daarom niet aansprakelijk worden gehouden voor (de gevolgen van) de val van de vrouw.